Vangkooien kraaien in peren afgewezen in Utrecht

De Rechtbank Midden-Nederland vernietigt een ontheffing voor gebruik van vangkooien voor kraaiachtigen in perenpercelen.

De uitspraak gaat over het gebruik van een vangkooi inclusief levende en niet levende lokvogels in de provincie Utrecht. De provincie had de ontheffingen verstrekt aan telers in de wildbeheereenheden Kromme Rijn, Tussen Vecht en Oude Rijn, Lopikerwaard en Vijfheerenlanden.

Deze (aanvullende) ontheffing is nu vernietigd. De rechters achtten de schadehistorie niet overtuigend. Bij de ontheffing is niet genoeg onderbouwd wat de schade is van kraaiachtigen. Volgens de provincie is dat ook niet goed mogelijk omdat schade niet wordt vergoed uit het Faunafonds en telers deze dus niet melden. Volgens de provincie is bij eerder ontheffingen voldoende aangetoond dat kraaiachtigen een wezenlijke schade kunnen aanrichten in gewas (zie ook onderstaande video die teler Wemke van den Berg maakte in de buurt van Culemborg). Ook is de kraai bejaagbaar, wat aantoont dat deze schadelijk is.

Soort onder druk

Stichting De Faunabescherming bestrijdt dat en stelt dat in het Faunabeschermingsplan 2017-2025 staat dat de kraai in de jaren 2013-2017 maar in een paar wildbeheereenheden schade heeft gemaakt aan peren en dat de kauw de afgelopen jaren bijna geen schade aan de oogst heeft veroorzaakt. Ook stelt de Faunabescherming dat de maatregel onnodig de instandhouding van de vogelsoorten aantast. Die soorten staan al onder druk, zou uit de cijfers blijken.

De ontheffing beperkte zich tot het gebruik van vangkooien (om te doden) van 1 juli tot en met 31 augustus, voor het voorkomen van schade door kauw en kraai op percelen met rijpend fruit (peer) en direct daaraan grenzende percelen.

Het gebruik van de landelijke vrijstellingen (jagen) voor de zwarte kraai en kauw zijn normaal uit te voeren bij schade of te verwachten schade. Dit geldt dus niet voor het gebruik van de vangkooi. De ontheffingen zijn geschorst tot 6 weken na een nieuwe beslissingen op bezwaar.