Gert Kooijman in Ridderkerk heeft het familiebedrijf voor de teelt van bladgewassen onder glas overgenomen. Door de corona-lockdown en energiecrisis waren het voor de ondernemer geen gemakkelijke jaren. Met passie en enthousiasme vertelt hij over zijn bedrijf.
Gert Kooijman is de derde generatie die sinds 1946 het familiebedrijf heeft overgenomen. Nu doet hij dat nog samen met zijn vader Nico (70). Drie jaar geleden is zijn oom Huug (75) uitgekocht.
Gert begon op zijn zeventiende in het bedrijf te werken. Vanaf 2017 deelt hij mee in de winst van het groenteteeltbedrijf. Sinds 2021 zit hij ook financieel in het bedrijf. “Door de coronacrisis en daarna de energiecrisis was er geen slechtere tijd om in de zaak te gaan”, zegt bladgewassenteler Gert Kooijman. “Vanwege de corona-lockdown was het moeilijk om bij de bank een financiering te krijgen. Daar heb ik drie jaar over gedaan.”
De teler voegt er nog aan toe dat de productprijzen van de groentehandel nog steeds uit de jaren negentig stammen. Hierdoor is het moeilijker om nog rendement te maken. “De hogere kosten die we hebben, kunnen we niet doorberekenen, omdat we met dagprijzen te maken hebben. Het is niet meer zoals vroeger. Als je dan in de juiste periode de goede gewassen had staan, kon je goudgeld verdienen. Nu hebben we met concurrentie vanuit het buitenland te maken. Dat komt ook omdat er veel teeltbedrijven zijn gestopt. In het voorjaar pissen we naast de pot.”
Liefst kruiden telen
Het bedrijf is groot geworden met de teelt van fijne frisee onder glas. Veel van dit product werd geëxporteerd naar het Midden-Oosten en Rusland. “In coronatijd is door de uitval van vluchten deze teelt helemaal ingestort. De handel is daarna nooit meer hetzelfde geworden. In het verleden plantten we iedere week zeven of acht kappen van 500 vierkante meter. Nu planten we om de twee weken maar één kap frisee. Dat is een groot verschil met de gouden tijden.”
Door het inzakken van de friseeteelt kwamen er wel andere kansen. In 2020 is de teler gestart om voor Van Vugt Kruiden basilicum, dille, koriander en een klein vakje peterselie te telen. De bladgewassenteler: “Dat liep goed, zelfs heel goed. Bij de start van deze kruidenteelten hadden we nog een ‘schone’ kas. Na drie jaar kwam het onkruid eerder op dan het zaad van de gewassen die we zaaiden. Door de hoge energieprijzen is het stomen van de grond tegen het onkruid de afgelopen jaren niet haalbaar geweest. Noodgedwongen zijn we dus vorig jaar met alleen de teelt van peterselie doorgegaan.”
Om toch weer kruiden te kunnen telen, denkt de teler erover om de grond te gaan stomen. Dit ondanks dat het behoorlijke kosten met zich meebrengt. “Kruiden zijn snelle zomerteelten met goede prijzen. Bovendien kunnen we het zelf zaaien, waardoor we geen plantkosten hebben. Voor het stomen moet de kas leeg zijn. Dat is in de zomer met de teelten die er nu staan en met een jaarrondteelt van peterselie lastig. Als de kas in het vroege voorjaar nog zo goed als leeg is, is stomen het beste. Dan is de grond daarna ook nog warm en klaar om snel te gaan telen.”
Zelfrijdende plantmachine
Kooijman: “Wat betreft het telen van bladgewassen zijn we ook weer terug in de tijd met telen op onkruiddoek en de kas vorstvrij houden met diesel.” Deze brandstof is ook nodig voor de vier tractoren, waarvan twee grote voor de buitenteelt zijn en twee kleine tractoren voor de grondbewerking in de kas.
Voor het planten van perskluiten heeft hij een Basrijs-zelfrijdende plantmachine. “Van dit prototype zijn er twee gebouwd en hebben wij er een van op de kop kunnen tikken. Deze plantmachine voor perspotten bevalt goed en is ideaal om in de kas mee te planten.” De machine stuurt zelf door een wiel (rijenzoeker), dat in de geul van het frezen rijdt. Hiervoor heeft de teler zelf een streeptrekker op de freesmachine gemaakt. Ook zijn er voor tussen de plantrijen achterop de plantmachine schoffels gemaakt om te voorkomen dat de grond door de zware machine te dicht wordt aangedrukt. “Waar we gronddoek gebruiken in de teelt, kunnen we de plantmachine niet gebruiken.”
Voor buitenteelt arbeidskrachten nodig
De afgelopen jaren is Kooijman bezig geweest om het hoofd boven water te houden. “De eerste vijf jaar als ondernemer zijn ook het zwaarst, zegt iedereen.” De buitenteelt van slasoorten zoals lollo rossa en grove frisee wil hij weer oppakken als er mensen voor zijn. De teler werkt met vaste medewerkers: vader Nico, neef Patrick, Stephan en Bart (stagiair).
“Om buitenteelt te doen, moeten we er nog vier arbeidskrachten bij hebben. We werken nog niet met uitzendbureaus, maar goed personeel is steeds minder te vinden.”
Machinepark elektrificeren
Met de zonnepanelen op de bedrijfsschuur is de teler voor de energieopwekking niet meer afhankelijk van energiemaatschappijen. Zijn volgende stap zal zijn het installeren van opslagbatterijen. “Dan kunnen we de opgewekte elektriciteit nog beter zelf benutten en ben je voor het grootste deel zelfstandig”, aldus de teler.
Hij kijkt ook naar elektrische tractoren en wil ook investeren in oogstmachines. “Van Vugt Kruiden heeft een oogstmachine voor selderij, basilicum, dille en andere kruidensoorten. De machine oogst tachtig bakken per uur. Dat is de helft meer dan wij nu met de hand doen. Wel moeten we plantbedden maken. Met het oog op weinig personeel is automatisering dé uitkomst. Daar gaan we toch naartoe.”
Onzekere tijden
De bladgewassenteler heeft hart voor zijn werk. Hij hoopt een stukje traditie in het werk te kunnen behouden en vindt al het moderne en snelle niet goed. “Teler is een mooi beroep, maar je levert wel veel tijd van jezelf in. Veel tijd waar je weinig voor terugkrijgt. Je wilt dat er wat meer tegenover staat, maar dat is niet altijd het geval.”
Kooijman hoopt een financieel gezond bedrijf te blijven en mooie producten af te leveren. Tevens wil hij kennis overdragen naar de buitenwereld. “Mensen uit de stad hebben geen flauw benul wat er in de kassen gebeurt. Dat wil ik ze uitleggen.” Ook doet hij enthousiast mee aan de rubriek Geluiden uit de teelt van Groenten & Fruit.
De teler heeft geen uitbreidingsmogelijkheid voor de kassen, want het open land mag niet worden bebouwd. Het bedrijf ligt tegen een agf-gerelateerd distributiecentrum van Barendrecht aan, dat uitbreiding zoekt. “Wij zitten hier in de verdrukking en vragen ons af of we hier over tien jaar nog steeds zitten. De toekomst zal het leren.”