De ambulante handelaar in groente en fruit is nog altijd nadrukkelijk te zien in het straatbeeld. De grootste markt in Den Haag telt op goede dagen zelfs zestig groente- en fruitverkopers, zegt Henk Achterhuis, voorzitter van de branchevereniging van ambulante handelaren CVAH.
Deze kooplui staan vaak ook niet ver af van telers. Zo is Arco Pieper met een rijdende winkel in het Zeeuwse Oosterland het verkoopkanaal voor veel Zeeuwse telers. “Telers komen spullen brengen of Arco’s vader haalt paprika, komkommer, kool of fruit bij de telers. Klanten vragen echt of het Zeeuwse bloemkool is”, aldus Marina Pieper. De omgebouwde SRV-wagen maakt net zoveel omzet als een groentewinkel, weet Pieper uit ervaring.
Het aantal ambulante handelaren loopt bijna gelijk aan het aantal groentenspeciaalzaken. Cijfers van het Hoofdbedrijfsschap Detailhandel laten zien dat er 1100 speciaalzaken zijn tegen 1050 ambulante handelaren. En dat laatste cijfer blijft redelijk stabiel, weet Achterhuis die wijst op jonge intreders. De finale van beste ambulant verkoper op de AGF detailbeurs in Houten toont dat ook. “Het is leuk om te zien dat er dan een broekie van 24 bij staat.” Het marktaandeel van de ambulante handelaren is met 8 procent (cijfers uit 2010) nog wel enkele procent lager dan die van de speciaalzaak (12 procent in 2010). Wel denkt Achterhuis dat ambulante handelaren minder gevoelig zijn voor recessie dan de collega’s van gevestigde handel (speciaalzaken).
Toch is er beleid nodig om de positie van de ambulante handelaar ook in de komende tien jaar overeind te houden, weet Achterhuis die ook ziet dat een deel van de verkopers vergrijst. “We moeten rekening houden dat ook in tien jaar bij ons 25 procent van de bedrijven stopt. Het is dan belangrijk een goed onderscheidende achterban te hebben.”
Dat beeld van 60 aanbieders op één markt zal ook moeten veranderen als het aan Achterhuis ligt. Tuurlijk, de markt reguleert vanzelf dat bedrijven stoppen of juist door specialisatie zich onderscheiden. “Een marktverkoper hoopt misschien dat zijn buurman stopt en dan kan het dat echt een goede vervanger wordt gezocht en niet degene die op de wachtlijst staat.” Er is sturing nodig. De verzelfstandigingsplannen voor weekmarkten bieden daar kansen toe. Markten kunnen aantrekkelijk gehouden worden door meer variatie in het aanbod. Tien op elkaar lijkende groente- en fruithandelaren dragen daar niet aan bij. Het kan zijn dat bij een verzelfstandigde markt een businessplan geschreven wordt met maar twee aanbieders van groente en fruit, weet Achterhuis.
Net als de speciaalzaken zal een selectie plaatsvinden. Bedrijven aan de boven- en onderkant van de markt zullen overblijven, zegt Achterhuis. Het midden van de markt krijgt het lastig. Dat zal ook de insteek zijn van het sectorplan 2013 dat CVAH uitwerkt. Het moet de branche een toekomst bieden voor zeker tien jaar, ondermeer door scholing over marketing en gebruik van social media.
Voor Arco Pieper lijkt die toekomst er te zijn met een goede boterham. Dat betekent ook meegaan met de tijd, al is het Zeeuwse publiek traditioneel. In vier lange werkdagen zet hij zo’n honderd coli product af, en steeds vaker is dat gesneden product. “Speciaalzaken lopen daarin vòòr, maar ook ambulante handelaren kunnen niet achterblijven.” Daarom snijdt Pieper elke avond na terugkomst met zijn verkoopwagen om 18.30 (zijn dag begint om 5.30 uur) nog even de rauwkostsalades voor de volgende dag. “Het is alleen maar vol te houden in vier dagen, maar onze omzet is stabiel. We gaan in de zomer twee weken op vakantie en er zijn ook Albert Heijns en C1000-winkels, maar de klanten zijn blij als we weer terug zijn”, aldus Pieper. Dat geldt ook voor de telers die direct afzetten via Pieper.