Lidstaten in de EU kunnen soms lastig toezicht houden op de herkomst van tomatenzaden, een van de Europese eisen om het tomatenvirus ToBRFV buiten de EU-grenzen te houden.
Dat zorgenpunt is besproken in de Plant Health Committee, het lidstatenoverleg over plantenziektenzaken en plagen. Met name de aanvullende verklaringen op fytosanitaire certificaten zijn soms lastig op betrouwbaarheid te controleren. De nieuwe Europese regels moeten zaad traceerbaar maken tot de productielocatie. Dat zijn vaak landen buiten de Europese Unie (derde landen).
De EU-lidstaten hebben in de vergadering van december gediscussieerd over hoe de betrouwbaarheid van de import kan verbeteren, maar er geen overeenstemming over bereikt. Dat blijkt uit de recent gepubliceerde notulen van deze vergadering. Een voorbeeld is dat bij grote herkomstlanden soms als productielocatie alleen een geografische oorsprong wordt aangegeven in de aanvullende verklaringen of certficaat.
Overigens hebben de lidstaten zelf genoeg instrumenten om op te treden als de informatie voor de zendingen niet betrouwbaar blijken te zijn.
Nieuwe importeisen vanwege ToBRFV sinds september
Sinds september geldt een nieuwe verordening voor zaadimport met ToBRFV-importeisen. Resistente tomatenrassen zijn daarvan vrijgesteld. De Europese eis is dat zendingen plaagdiervrij moeten zijn. Elke partij zaad moet standaard getoetst worden. Ook de origine van zaadpartijen moet gedocumenteerd worden, maar op deze bepaling komen dus problemen voor. Uitzondering op deze nieuwe eisen waren zaadpartijen die zijn geoogst voor 31 augustus 2023
De NVWA heeft het virus in Nederland sinds het begin van de uitbraak in 2019 op 76 teeltlocaties vastgesteld. In totaal zijn 20 locaties sindsdien weer vrijgegeven. Op 5 van deze locaties is ToBRFV opnieuw gevonden. Op 5 locaties stapte de telers over op een andere teelt. Eind 2023 stonden in totaal 57 locaties vanwege een besmetting met ToBRFV onder toezicht van de NVWA. De verwachting is dat dit aantal daalt door het gebruik van resistente rassen.