Drenthe: covergisting naar glasgebied om restwarmte

Vergisting van mest en biomassa is een actueel onderwerp. Het is om die reden dat de provincie Drenthe een beleidskader covergisting uitbracht. Daarin staan ruimtelijke voorwaarden voor vestigingen van deze vergistingscomplexen. ‘Bij vestigingsgebieden glastuinbouw kan de vestiging van grote covergistingsinstallaties overwogen worden als hierdoor synergievoordelen worden behaald, zoals het gebruik van restwarmte. De omvang van de installatie moet afgestemd zijn op de synergievoordelen en de ruimtelijke uitstraling moet passen bij het glastuinbouwgebied’, zo schrijft de provincie. Voor kleinere covergistings- of mestverwerkingsinstallaties is onder voorwaarden wel ruimte op de veeteeltbedrijven in Drenthe.

Drie voorkeurslocaties

Drenthe ziet in eerste instantie drie locatiemogelijkheden voor grote installaties. Naast glasgebieden zijn dat bedrijventerreinen en terreinen voor waterzuivering of stortplaatsen. Deze mogen niet in kwetsbare landschappelijk of cultuurhistorische waardevolle gebieden liggen, vindt de provincie. Pas als niet voor één van deze drie mogelijke voorkeurlocaties gekozen kan worden, kan door het bevoegde gezag een locatie worden aangewezen.

Biogas wkk-installatie

Bij vergisting zetten bacteriën de mest om in biogas in een zuurstofloze omgeving. Mest kan ook zelfstandig worden vergist. Dan heet dat monovergisting, maar dat kan ook samen met ander organisch materiaal gebeuren (covergisting). Het resultaat is biogas, dat vooral bestaat uit methaangas (circa 60%) en kooldioxide. Het gas kan gebruikt worden als directe brandstof, of via een wkk-installatie worden omgezet in elektriciteit en warmte. Ook bij het vergisten komt overigens warmte vrij.