Tuinbouwbedrijven worstelen met moeilijk op te vullen vacatures. Als je iemand vindt, houd die dan ook vast en ontwikkel diens talenten. HR-netwerken Glastuinbouw geeft daarvoor handvatten, Delphy laat dat zien in de praktijk.
- Wat zijn de HR-netwerken Glastuinbouw?
- Delphy Academy ondersteunt afstudeerders in de praktijk
- Dit doet de HR-coördinator van Hoogweg Paprikakwekerijen
Wat zijn de HR-netwerken Glastuinbouw?
Glastuinbouw Nederland en KasGroeit hebben vier regionale studieclubs over arbeid en personeel. Deze zijn samengevoegd in HR-netwerken Glastuinbouw. In haar veertien jaar bij KasGroeit heeft adviseur Jolanda Rosloot de lijst vacatures zien groeien en groeien. Vooral teeltspecialisten en teamleiders en technisch personeel zoals onderhoudsmonteurs zijn schaars. De instroom uit het groene onderwijs is klein. Een oplossing is mensen intern laten doorschuiven. Een goede teeltmedewerker kan zich immers ontwikkelen tot teeltspecialist of teamleider.
Hoe dan? Die vraag je kwijt bij een HR-specialist. HR staat voor human resources, menselijke hulpbronnen. Steeds meer tuinbouwbedrijven hebben een HR-medewerker om personeel goed te managen en medewerkers en hun talenten tot bloei brengen, zodat ook het bedrijf beter floreert.
Werkgeverschap in tuinbouw professionaliseert
“Ik zie het groeiend aantal HR-mensen in de tuinbouw als bewijs dat het werkgeverschap in de sector professionaliseert”, zegt Rosloot. Als adviseur Opleiding en Ontwikkeling bij KasGroeit is ze al jaren actief betrokken bij twee regionale HR-netwerken voor de tuinbouw, in Noord-Holland en in Noordoost-Nederland.
“We komen vier keer per jaar samen, op het bedrijf van een van de deelnemers. We lopen een rondje, bespreken een vooraf bepaald thema en er is een vragenrondje over wat er speelt. Dat gaat dan vaak over cao-dingetjes of andere regelgeving.”
Sinds begin dit jaar is er een nationaal HR-netwerk Glastuinbouw. KasGroeit en Glastuinbouw Nederland trekken daar de kar, ook in het kader van de Human Capital Agenda van de sector. In het landelijk HR-Netwerk doet HR-groep in de Bommelerwaard mee en de Westlandse groep, die al meer dan 25 jaar actief is onder de naam Gezond Beleid.
“Die Westlandse groep is ook de grootste. In totaal zijn bij alle netwerken zo’n 70 bedrijven aangesloten, van klein tot groot. Dat zijn vooral bedrijven die één HR-medewerker hebben, maar ook bedrijven waar de tuinder zelf de HR-taken doet.” Die ‘eenpitters’ op HR-gebied hebben logischerwijs de meeste behoefte aan uitwisseling, aldus Rosloot. In haar Noord-Hollandse groep is echter ook een bedrijf aangesloten met 1.000 medewerkers en een meerkoppige HR-afdeling.
We zagen dat er steeds minder boeren- en tuinderszonen afstudeerden op de groene opleidingen. Dat waren traditioneel de teeltadviseurs die bij ons in dienst kwamen
Behoefte aan informeel netwerken
Voor technische vragen over bijvoorbeeld de arbeidstijdenwet of alle wettelijke arbo-verplichtingen kun je ook terecht bij bijvoorbeeld de Werkgeverslijn Land- en Tuinbouw. Het informeler netwerken blijkt dus echter al decennialang in een extra behoefte te voorzien.
“Het gaat tenslotte over mensen, zowel aan de kant van die werkgever of die HR-persoon als aan de kant van de werknemer.” De vergelijking met een studieclub waarin tomatentelers het over hun teelt hebben, gaat daarom maar in beperkte mate op, volgens Rosloot. “Daar gaat het vaak over cijfers en data. En tuinders hebben behalve over hun teelt ook over de arbeid op hun bedrijf best veel data. Maar bij ons gaat het daar toch eigenlijk nooit over.”
Een thema waar het wel over gaat, is dus bijvoorbeeld hoe je op je bedrijf aan de slag kunt met leren en ontwikkelen. Hoe kun je een medewerker met potentie kunt activeren zodat die daar zelf werk van wil maken? “En hoe kan dat dan vervolgens overslaan op de andere medewerkers, die zich ook ineens actiever gaan opstellen.”
Delphy Academy ondersteunt afstudeerders in de praktijk
Potentie van tot bloei brengen door je mensen te ontwikkelen. Daarvoor, en om personeelstekorten voor te zijn, kwam adviesorganisatie Delphy in 2018 in actie. Nieuwe medewerkers stromen in Delphy Academy in. Dat is een intern tweejarig opleidings- en ontwikkelprogramma.
“We zagen dat er steeds minder boeren- en tuinderszonen afstudeerden op de groene opleidingen. Dat waren traditioneel de teeltadviseurs die bij ons in dienst kwamen”, schetst directeur Jacco van der Wekken. De nieuwe generaties Wageningers en groene hbo’ers zijn op een andere manier geïnteresseerd in thema’s als voedselzekerheid en duurzaamheid. Ze komen niet per se uit de primaire sector en volgen andere afstudeerrichtingen. “Om die nieuwe afstudeerders beter in de praktijk te laten landen, zijn we Delphy Academy gestart.”
Twee jaar lang zijn nieuwe medewerkers gemiddeld een dag in de week aan het leren en zich aan het ontwikkelen via dat inwerkprogramma. Dat gaat van teelttechnisch bijspijkeren tot en met volwassen worden in je werk, aldus Van der Wekken. “Dat laatste blijkt iets te zijn waar meer behoefte aan is dan je aanvankelijk zou denken. Dat te onderschatten kan echt iets zijn waar nieuwe mensen op vastlopen.”
Je moet sterk in je schoenen staan om van buiten de sector te komen en zonder glastuinbouwopleiding ervaren glastuinders te gaan adviseren
Je bent als adviseur zelf de kern van het werk. Dat vraagt wat van een schoolverlater, legt trainer Natascha Vendel uit. Vanuit VMR Partners begeleidt zij de deelnemers aan Delphy Academy. “We gaan sowieso de diepte in qua inhoud. Samen met ervaren adviseurs, met wie ze meelopen en meereizen, leren ze hoe het werk in elkaar zit. Daarnaast leren ze zichzelf beter kennen en ontwikkelen ze hun persoonlijkheid. Je moet best sterk in je schoenen staan om van buiten de sector te komen en zonder specifieke glastuinbouwopleiding ervaren glastuinders te gaan adviseren over hun bedrijf.”
In het tweede jaar van het programma heeft feedback van klanten een belangrijke rol. Van der Wekken: “Een rode draad in die feedback: onze klanten waarderen het sowieso dat jonge mensen kiezen voor een loopbaan in de tuinbouw. Van de 250 mensen die bij ons werken valt 30% in de leeftijdsgroep tussen 25 en 34. Daar ben ik trots op.”
Lees verder onder de foto
Generatie Z stelt andere vragen
Wat dat vervolgens weer betekent, is dat Delphy ook beter is toegerust op de specifieke adviesbehoefte van jongere telers op doorgaans ook de modernere tuinbouwbedrijven. “Een jonge adviseur heeft generatiegenoten als klant”, constateert van der Wekken. “Generatie Z zoekt Generatie Z op. En die nieuwe generatie stelt ook andere vragen. Wij gingen de teler nog gewoon helpen met telen van meer kilo’s. Er wordt nu met meer interesse gekeken naar menselijk gedrag. Waarom doen we wat we doen, wat vraagt en eist de maatschappij?”
En daarnaast is ‘Gen Z’ natuurlijk de generatie van de digitalisering. Deze telers zijn opgegroeid met computers, dus is het logisch dat de computer mede de teelt runt en bepaalt. “Maar dan dus wel de computer als middel om een doel mee te bereiken. En dat is een doel met een ideëel tintje. Duurzaamheid was bij ons vroeger het domein van de biologische teeltadviseurs. Nu is het corebusiness voor alle adviseurs. Want elk teeltbedrijf is er mee bezig.”
Duurzaamheid was vroeger het domein van de biologische teeltadviseurs. Nu is het corebusiness voor alle adviseurs
Trainer Vendel ziet bij bedrijven die de ontwikkeling van hun nieuwe medewerkers op deze manier serieus nemen dat het die bedrijven zelf een positieve impuls geeft. “Ze durven makkelijker mensen aan te nemen, ook als die nog niet helemaal aan het profiel van de functie beantwoorden. En zoals hier bij Delphy heb je het dus over een aanmerkelijke vernieuwing van het personeelsbestand. De nieuwe mensen leren van het bedrijf, maar het bedrijf leert ook veel van de mensen.”
Van der Wekken ziet Delphy Academy daarom als een investering in zijn mensen en daarmee ook in zijn bedrijf. “We gebruiken het ook niet als negatief bindmiddel, als een opleiding waarvan je de kosten moet terugbetalen als je binnen zoveel tijd zou willen overstappen naar een andere werkgever. Het enige dat we van de deelnemers vragen is hun inzet en commitment.”