Gert-Jan Segers schreef op vraag van uitzendondernemer Frank van Gool een visie op de toekomst van arbeidsmigratie. Met een hoofdrol voor mensen van buiten de EU, alleen beschikbaar voor gecertificeerde werkgevers in ‘vitale sectoren’. Ook dus voor de tuinbouw?
De vorig jaar teruggetreden ChristenUnie-voorman Gert-Jan Segers en de spraakmakende uitzendondernemer Frank van Gool van OTTO Work Force lijken tegenpolen. Toch ging Segers de afgelopen maanden aan het werk voor Van Gool met het schrijven van het rapport ‘Deltaplan grip op arbeidsmigratie’.
Een christelijk politicus met een bijna links profiel …
Segers: “Ik ben niet links. Wel sociaal.”
… met een sociaal profiel gaat in zee met een ondernemer, die groot is geworden met arbeidsmigranten.
Frank van Gool: “Ik ken die beeldvorming. Ik ben ondernemer. Maar met 20.000 mensen aan het werk kan ik niet anders dan ondernemen met evengoed een sociaal profiel. Mensen vormen het kapitaal van mijn onderneming. En ik roep al sinds 2017 dat we af moeten van ongebreidelde arbeidsmigratie. Dat moet gereguleerd en georganiseerd worden. Dat de politiek zich er nú zo mee bezighoudt, komt doordat we daar niet serieus over hebben nagedacht.”
Segers: “Er is onbehagen over arbeidsmigratie en dat komt voort uit het feit dat er geen grip op is. Uit het feit dat hoeveel arbeidsmigranten er nu zijn, iets is dat ons overkomt. Terwijl het ook een bewuste keuze kan zijn: zoveel mensen hebben we nodig in deze en deze sector. En dan en dan gaan ze weer terug naar het land van herkomst. Als we het emotionele maatschappelijk debat kunnen ontgiften, nuchter maken, zoals het gesprek tussen Frank en mij nuchter was en is, dan kan dat rust geven. Grip verlost ons van extreme stellingnames alsof je arbeidsmigratie morgen zou kunnen afschaffen.”
Maar dat is nog wat anders dan een pleidooi voor het reguleren van arbeidsmigranten van buiten de EU.
Van Gool: “De stroom vanuit het oosten van de EU gaat ophouden. Want let op: de vergrijzing in Oost-Europa gaat nog veel harder dan in West-Europa. Dus moeten we nu nadenken over hoe we mensen van buiten de EU hierheen willen krijgen.”
Het is de eerste en meest opvallende aanbeveling van Segers’ deltaplan: gereguleerde, functionele en tijdelijke arbeidsmigratie van buiten de EU mogelijk maken door middel van een zogeheten ‘oranje kaart’.
Segers: “Zo wordt arbeidsmigratie niet langer iets wat ons overkomt, maar krijgen we er grip op en wordt de komst van internationale vakkrachten het gevolg van bewuste en doordachte keuzes. Als mensen van buiten de EU met een oranje kaart voor een periode van maximaal vijf jaar hier aan de slag kunnen, dan zouden ze niet in dienst komen van een uitzender, maar direct bij de uiteindelijke werkgever. Die kan zich laten certificeren om daarvoor in aanmerking te kunnen komen.”
Van Gool: “Dat lijkt tegen het belang van mij als uitzendondernemer. Maar voor dit soort arbeidsmigratie is het logisch. Wat wij als OTTO daarin kunnen doen, is het rekruteren van de beste mensen, het ‘pre-onboarden’ van die mensen, dat wil zeggen: ze in eigen land voorbereiden op hun komst naar Nederland. Dus taal en cultuur leren en ze de juiste certificeringen voor het werk dat ze komen doen, laten halen. En ook de begeleiding als ze eenmaal in Nederland zijn. Huisvesting bijvoorbeeld is in wezen een vak apart, ook al zijn veel telers daar nu wel al actief in.”
Tuinbouw aangehaald als lagelonensector
De hamvraag voor de tuinders: komt onze sector nog wel in aanmerking om arbeidsmigranten te laten komen, als de politiek keuzes gaat maken. Nu worden ‘de kassen’ voortdurend als voorbeeld aangehaald als een lagelonensector. De inzet van arbeidsmigranten in zo’n sector zou onvoldoende toegevoegde waarde hebben.
Segers: “Groenten en fruit, dat hebben we nodig, daar zijn we goed in. Ik ga er niet over, maar ik kan mij persoonlijk moeilijk voorstellen dat wij een land zouden worden zonder groente- en fruitsector. Er zal een discussie zijn over hoe we ruimte gebruiken, waar we mensen inzetten, dat is een legitieme discussie. De kennis en infrastructuur die wij nu al hebben tellen daarin ook mee.”
Ik kan mij persoonlijk moeilijk voorstellen dat wij een land zouden worden zonder groente- en fruitsector
“En dat er mensenhanden nodig zijn, in de zorg, de techniek, maar ook in de tuinbouw, dat is niet allemaal weg te robotiseren. Kijk voor die mensenhanden eerst naar activering van mensen in Nederland die nu nog langs de kant staan, werklozen, statushouders niet in de laatste plaats. Dan is nog van belang hoe een sector al wél bezig is met innovatie in hun arbeidsproces. En dán ook de vraag wat we wel en niet willen blijven doen in Nederland en hoeveel vakkrachten van buiten we daarvoor nodig zullen hebben.”
Een andere opvallende aanbeveling: een huisvestingsnorm van 70% van de arbeidsmigranten die werken binnen een gemeente moet daar ook gehuisvest worden. Segers: “Veel gemeenten halen dat nu niet. Maar je kunt niet zeggen: fijn dat ze bij mij komen werken, maar alles wat lastig en ingewikkeld wordt, dat duwen we de gemeentegrens over naar Rotterdam of Den Haag. En als mensen ontslagen worden, dan gaan ze maar naar de maatschappelijke opvang bij het Leger de Heils.”
Westland haalt norm niet
Maar in een gemeente waar huisvesting op het eigen bedrijf nog niet is toegestaan – zoals in het Westland – daar zal die 70% een groot probleem worden. Zeker als er een sociaal-effectrapportage verplicht wordt vóór de arbeidsmigranten en huisvesting mogen komen. Ook in het Westland is er veel maatschappelijke weerstand.
Segers: “Kijkend naar het Westland en ook naar het standpunt over de Spreidingswet: de uitvoering daarvan staat of valt bij goed overleg binnen de regio. Daar kun je samen de vraag stellen: wat doen we met statushouders, wat doen we met asielzoekers, wat doen we met arbeidsmigranten? Wie heeft waar ruimte voor? Hoe bedien je de doelgroepen het best? Ga om tafel en maak onder regie van de provincie samen een verdeling. Die verantwoordelijkheid, bij én de overheden én de werkgevers, die is evident. Daar werk van maken is geen noodlot, maar dat is een wil.”
Van Gool: “En het kán. Het is ook koudwatervrees van mensen. We hebben met KaFra al zeventien locaties die probleemloos draaien. Het belangrijkste is dat je goede kwaliteit bouwt en goed beheer. Grotere locaties, toegesneden op de woonwens van tijdelijke krachten, dát is waar we heen moeten. Maar nu zijn er meer dan 45.000 verkamerde woningen met arbeidsmigranten erin, die dus niet beschikbaar zijn voor mensen die permanent hier wonen willen.”
We debatteren nu nationaal. Maar moet dit niet Europees geregeld?
Segers: “De regels voor vrij verkeer binnen de EU, ja. Maar buiten de EU, dan heb je het ook over bilaterale afspraken die Nederland ook zelf kan maken, met eigen voorwaarden, bijvoorbeeld op dat punt van terugkeer. Want anders overkomt het je weer. De EU heeft weer wel de macht en massa om te zorgen dat derde landen uitgeprocedeerde asielzoekers terugnemen. Als je in ruil daarvoor zegt: wij gaan wel legale arbeidsmigratieroutes openstellen voor tijdelijk werk, dan kan Nederland daarop intekenen, ook de tuinbouwwerkgevers.”
“Waar de tuinbouw een sterk punt heeft om in aanmerking te blijven komen, is dat het duidelijk om tijdelijk werk gaat. De angst dat mensen eenmaal hier niet meer weggaan, die is niet nodig. Een arbeidsseizoen van negen weken tot negen maanden is overzichtelijk.”
Hoe nu verder met dit stuk?
Van Gool: “CNV, VNO-NCW, UWV, lokale bestuurders, de tuinbouwsector, ze laten zich positief uit over dit plan. Die hebben ook meegelezen, waardoor we het ook hebben kunnen verfijnen.”
Segers: “Als de politiek, een nieuw kabinet, zich kan vinden in dit concept, dan kunnen alle ministeries ermee aan de slag. Van Sociale Zaken tot Zorg en van Landbouw tot Volkshuisvesting. Als je het wilt, dan is het ook niet zo moeilijk. Ook een kwestie van politieke daadkracht. Dat zal er binnen de huidige verhoudingen niet per se beter op worden. Maar wat uiteindelijk sturend is, dat zijn ideeën. Het sturend idee achter de arbeidsmarkt was jarenlang de vrije markt. Daar zijn we van terug aan het komen. Dit plan voor gereguleerde, functionele, tijdelijke arbeidsmigratie is een nieuw idee dat sturend wordt.”