CO2-uitstoot van landbouwwerktuigen valt niet onder land- en tuinbouw. Het ministerie van LNV gaat niet over het beleid. De sector wil vooruit, maar er mist beleid.
Dat blijkt uit een onderzoek van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), waarin met fabrikanten is gesproken. Het is nu ‘enigszins’ onduidelijk wie verantwoordelijk is voor de verduurzaming van landbouwwerktuigen. De sector kent zelf niet alle mogelijke opties voor verduurzaming en mist een koers vanuit het Rijk op dit onderwerp, schrijft RVO. Gezamenlijke aanpak en ontwikkeling lijkt daarom een pre.
Een programma duurzame landbouwwerktuigen
In 2023 ging het voornemen voor een actieplan nog de prullenbak in en is gekozen om transitiepaden te onderzoeken. Toch is het aantal fossielvrije landbouwwerktuigen nu nog zeer beperkt. Technisch lijken er geen belemmeringen maar een hoge prijs, onzekerheid over nieuwe technologieën en de zeer goed aangestuurde dieselketen remmen de ontwikkeling van fossielvrije landbouwwerktuigen. Toch is er in het bedrijfsleven, onderzoek en onderwijs veel belangstelling om stappen te zetten. RVO pleit voor een programma duurzame landbouwwerktuigen, waarin dieselgebruik wordt uitgefaseerd.
Sector mobiliteit
Mobiele machines in de agrarische sector hebben een CO2-uitstoot van circa 1,1 tot 1,5 megaton. Deze wordt niet meegerekend tot de broeikasgasemissies van de sector landbouw en landgebruik, maar voor de sector mobiliteit. Daarvoor bestaan echter nog geen doelstellingen, zoals in de land- en tuinbouw.
Uit het onderzoek kwamen vijf routes naar voren die kunnen bijdragen aan fossielvrije landbouwwerktuigen. Dat zijn: hernieuwbare brandstoffen, batterij elektrisch, waterstof, robotisering en gedragsverandering. Dat laatste gaat om minder intensieve grondbewerkingen.