Geert van Diepen, Area Crop Manager West-Europa bij Bejo, presenteerde op een middag over knolselderij de cijfers over de Europese markt. Het Europese areaal daalde van 13.150 hectare in 2018 naar 11.110 hectare in 2022. Polen is de belangrijkste producent.
De cijfers die Geert van Diepen op de door Bejo georganiseerde knolselderijdag presenteerde, waren grotendeels afkomstig van het GroentenFruit Huis en van EuroStat. Uit die cijfers blijkt dat het Europese areaal aan knolselderij sinds 2018 is gezakt van 13.150 hectare naar 11.110 hectare in 2022. De meest recente cijfers zijn van dat jaar en naar verwachting zal het areaal in Polen in 2023 met 2% opnieuw wat zijn afgenomen en in Nederland met zo’n 3% zijn toegenomen. In Turkije staat volgens EuroStat nog een areaal van zo’n 1.000 hectare, maar Bejo schat dat areaal op zo’n 4.200 hectare. Dat areaal is niet meegeteld, omdat Turkije geen Europese lidstaat is.
1.850 hectare knolselderij in Nederland
In 2022 stond er in Polen 3.700 hectare aan knolselderij, dat was in 2018 nog 4.820 hectare. Nederland volgde in 2022 met 1.850 hectare, vier jaar eerder was dat 1.800 hectare. In Duitsland zakte het areaal van 1.660 naar 1.580 hectare, maar het areaal aan biologisch geteelde knolselderij stijgt. Frankrijk stond in 2018 met 1.540 hectare nog achter Duitsland op plaats vier, maar in 2022 komt Frankrijk op plaats drie met 1.600 hectare. In België daalt het areaal sinds 2019 jaarlijks licht. Toen stond er 940 hectare, in 2022 is dat nog 700 hectare.
Producties per hectare zijn gestegen
Europees gezien steeg de productie van 413.230 ton in 2018 naar het record van 453.260 ton in 2020. In 2022 zit de productie met 402.630 ton, ondanks het lagere areaal, toch ongeveer op het niveau van 2018. De verklaring die Van Diepen hiervoor geeft, is dat door efficiënter te telen met hogere plantgetallen de producties per hectare gestegen zijn. Polen is met 110.900 ton in 2022 de grootste producent, gevolgd door Nederland met 80.050 ton en Duitsland met 71.930 ton.
Duitsland bovenaan exportlijst
Qua export staat Duitsland bovenaan het lijstje. In 2022 exporteerde dat land 22.368 ton. Tsjechië volgde met 13.332 ton, dan België met 12.295 ton en Roemenië met 10.921 ton. In 2023 bedraagt de export tot en met juli voor Duitsland 12.548 ton, Roemenië 10.257 ton, België 7.844 ton en Polen 5.800 ton. In 2021 en 2022 zat de totale export rond de 90.000 ton. De belangrijkste exportperiode voor Nederlandse knolselderij is van april tot en met juli als de knolselderij uit de lange bewaring komt.
Consumptie knolselderij stabiel
Als het om de consumptie van knolselderij gaat, dan lijkt die in Europa vrij stabiel. Dat blijkt ook wel uit de enkele cijfers uit Duitsland en Polen. In Duitsland bedroeg de consumptie in 2018 zo’n 0,45 kilo per huishouden. In 2020 was dat gestegen naar ruim 0,6 kilo, maar in 2022 zit de consumptie weer op zo’n 0,55 kilo. In Polen kocht een huishouden in 2020 en 2021 zo’n 3,2 kilo knolselderij; in 2022 was dat 3,1 kilo.
Een gewas zoals knolselderij, dat lang op het veld staat, ondervindt meer last van droogte en hitte, zeker in Oost-Europese landen was dat in 2023 het geval. Daar telen veel kleine telers knolselderij met een areaal tussen 0,5 en 2 hectare met lokale verkoop. Het jaar 2023 kenmerkte zich voor Polen door een nat, koud voorjaar; een droge zomer en daarna weer nat. Hierdoor is zo’n 10 tot 20% nog niet geoogst en door vorst is het de vraag hoeveel daarvan nog wel geoogst wordt.
Kansen voor de export van Nederlandse bewaarproduct
Ook in Hongarije en Roemenië was het voorjaar koud, gevolgd door een hete, droge zomer. Dat in combinatie met een hogere ziektedruk van de schimmels septoria, cercospora, sclerotinia en pythium, de bacterie erwinia, en van bladluizen (virus) en ritnaalden leidt tot een lagere productie in Oost-Europa. Mogelijk biedt dat extra kansen voor de export van het Nederlandse bewaarproduct, schat Van Diepen in.