Arbeidsmigranten in de tuinbouw zouden de maatschappij meer kosten dan opleveren. Glastuinbouw Nederland verzet zich tegen die stellingname.
In een reactie op het rapport Gematigde groei van de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 benadrukt Glastuinbouw Nederland dat de arbeidsmigranten in de kassen zeker niet alleen in laagbetaalde banen werken. In het rapport wordt voorgesorteerd op het beperken van instroom van arbeidsmigranten in lagelonenbanen, die te weinig bijdragen aan groei van de economie en de brede welvaart in Nederland.
“Internationale medewerkers worden verder geschoold en opgeleid tot hogere functies, zoals middenkader en bijvoorbeeld specialisten op het gebied van techniek, teelt, logistiek en marketing”, aldus Glastuinbouw Nederland. Daarnaast zet de sector al geruime tijd volop in op automatisering en robotisering om de grote vraag naar laaggeschoold productiewerk te vervangen.
‘Problemen in slachthuizen en kassen’
Voorzitter van de staatscommissie Richard van Zwol stelde deze week in een interview met NRC dat arbeidsmigratie niet zozeer ergens een oplossing voor is als wel een verdienmodel voor werkgevers. “Werkgevers worden er rijk van, arbeidsmigranten zelf niet. Zij werken en wonen vaak in slechte omstandigheden, bepaalde groepen zorgen voor overlast en onleefbaarheid in wijken, en gemeenten en de belastingbetaler zitten met de rekening daarvan. De problemen zitten bij de arbeidsmigranten in slachthuizen die vooral exporteren, het zoveelste distributiecentrum, de kassen.”