Elke gemeente zou voor minimaal 70% van de arbeidsmigranten die in die gemeente werkzaam zijn woonruimte moeten realiseren. Dat is een van de aanbevelingen die Gert-Jan Segers doet in zijn Deltaplan Grip op Arbeidsmigratie.
Oud-ChristenUnie-voorman Segers schreef het rapport op vraag van Frank van Gool, CEO van Otto Workforce. Het plan is op 16 januari gepubliceerd, tegelijk met de resultaten van een opinieonderzoek door Peil.nl. Daaruit blijkt dat de Nederlander de inzet van arbeidsmigranten waarderen met een 3.1 op een schaal van 0 tot en met 5. Arbeidsmigratie is voor 21% van de respondenten genoemd als meest gewenste oplossing voor de vergrijzing en het personeelstekort. Dat is flink minder dan de oplossing dat de Nederlanders allemaal wat harder gaan werken, volgens 51% de beste optie.
Goede huisvesting is voorwaarde
Goede huisvesting is voor de Nederlander wel een voorwaarde voor die positieve kijk op arbeidsmigratie. Door minstens 70% in de eigen gemeente te laten huisvesten
wordt volgens Segers “afwenteling van het woonprobleem op andere steden (in de Randstad bijvoorbeeld Rotterdam en Den Haag) tegengegaan”.
Sociaaleffectrapportgae voor vergunning
Ook zou voor nieuwe bedrijvigheid waarvoor een gemeente vergunning moet verlenen, verplicht een sociaaleffectrapportage moeten worden opgesteld. Daarin moet openheid worden gegeven over het aantal arbeidsmigranten dat nodig zal zijn en op de gevolgen voor huisvesting, sociale voorzieningen, zorg, maar ook de sociale cohesie van de directe woonomgeving. De Adviesraad Migratie deed een dergelijke aanbeveling vorige maand ook al.
Daarbij zou volgens het Deltaplan van Segers tijdelijke huisvesting met sneller vergunningsprocedure mogelijk moeten zijn in de nabijheid van de bedrijven. Daardoor zou geen of minder concurrentie met andere woningzoekende doelgroepen ontstaan.
Oranje kaart voor werkers van buiten EU
Opmerkelijk genoeg pleit de oud-politicus ook voor de introductie van de ‘oranje kaart’ voor vakkrachten van buiten de EU. Die zouden tijdelijk in Nederland moeten kunnen komen werken bij bedrijven en in sectoren die aan allerlei wettelijke voorwaarden zouden moeten voldoen.
Staatscommissie kritisch op lagelonensectoren
De kans dat iets dergelijks ook toegankelijk wordt voor de tuinbouw lijkt niet zo groot. Deze sector maakt nu al onevenredig veel gebruik van arbeidsmigranten van binnen de EU, blijkt uit het op 15 januari verschenen rapport Gematigde Groei van de Staatscommissie Demografische Ontwikkeling 2050: 28% van de honderdduizenden arbeidsmigranten zijn werkzaam in de land- en tuinbouw.
Minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid benadrukte bij de presentatie van dit rapport dat Nederland geen lagelonenland moet worden. Juist beperking van instroom van arbeidsmigranten voor laagbetaalde banen, zoals in de tuinbouw meestal het geval is, wordt in het rapport en door SZW als een oplossingsrichting gezien.
Rotterdam geeft af op tuinbouw
In een reactie op het rapport noemde de Rotterdamse VVD-wethouder Tim Versnel op NPO Radio 1 de glastuinbouw en de vleessector expliciet als sectoren die geen ongelimiteerde toegang zou mogen houden tot arbeidsmigranten. De zorg en handel en distributie (“de haven“) wat hem betreft wel. De gemeente Rotterdam huisvest vele tienduizenden arbeidsmigranten, volgens Versnel veel meer dan er binnen de eigen gemeentegrenzen werken.