In december 2022 lanceerde het ministerie van landbouw het Actieplan Biologisch met de doelstelling van 15% biologisch in 2030. Dat eerst het Landbouwakkoord en daarna het kabinet sneuvelde, haalde de vaart om dat doel te bereiken eruit. Inflatie deed de rest. Toch ziet de sector langzaamaan weer wat momentum ontstaan.
Een half jaar nadat conservenbedrijf HAK aankondigde binnen vijf jaar volledig over te stappen naar biologisch kondigde CEO Timo Hoogeboom zijn vertrek aan. Even kon worden vermoed dat het een met het ander te maken had; dat deze onverwachte maar bijna overmoedige ambitie het bedrijf toch te veel werd. Zijn opvolger Nicole Freid gaat echter voort op de ingeslagen weg.
In een artikel op de website van vakblad Distrifood zei Freid eind vorig jaar: “Er bestaat een spanningsveld tussen betaalbaar blijven voor de gemiddelde Nederlander en een duurzaamheidsagenda drijven. We willen voorkomen dat onze prijzen onnodig hoog worden, want dan bereiken we de massa niet meer. Dat stelt ons voor een extra uitdaging, zeker nu de operationele kosten hoog zijn en marges onder druk staan. Dat vraagt dus om een ‘balancing act’.”
15% biologisch gaan we nooit halen
HAK begint de volledige overgang met het ‘makkelijkste’ gewas, de rode biet. Misschien is het moeilijkste gewas spruitkool, een lange teelt die door de zomer, de herfst en de winter loopt en vooral gevoelig is voor schimmelaantastingen in natte jaren. Biologisch spruitenteler Frank Bos is over het Haagse doel van 15% biologisch in 2030 kort: “Dat gaan we nooit halen.”
Biologisch voor de massa
Met de biologische groente wil HAK de massa blijven bereiken. Biologisch in Nederland is eigenlijk een niche van vaak ideologisch gedreven boeren en tuinders die telen voor ideologisch gedreven klanten die de fikse meerprijs kunnen en willen betalen. Hoe anders gaat dat in Denemarken. Het land is in mentaliteit, welvaart, bevolkingsopbouwpolitiek en landbouweconomisch vergelijkbaar met Nederland. Het heeft met ruim 13% het grootste marktaandeel biologisch in de hele EU, terwijl Nederland blijft steken op net 4%.
“Dat doen ze door het idee van een niche los te laten”, schetst Jan Willem van der Schans van de Taskforce Korte Keten. Hij nam een half jaar geleden deel aan een Europees kennisuitwisselingsproject. Daarin werd gezocht naar best practices voor de verbetering van de positie van biologische boeren in de keten. “De Denen hebben het voornamelijk pragmatisch aangepakt. De Deense overheid maakt volledig gebruik van het Brusselse instrumentarium om de boeren een financiële prikkel te geven. En de boeren en de supers geven de consument die prijsprikkel door, door biologisch betaalbaar aan te bieden.”
Biologische wortels goedkoper dan gangbare
Dat gebeurde eerst met de producten die relatief eenvoudig biologisch te telen zijn en waar het prijsverschil om te beginnen al niet zo groot was. Al gauw waren biologische wortels soms zelfs goedkoper dan gangbaar. “Ook de supers zeiden: bio moet er zijn voor iedereen.”
Deense telers stappen veel makkelijker over van gangbaar naar biologisch en andersom. De handel heeft het ook omarmd als een topsegment in de export. Nederland ziet het duurdere biologische product als prijsopdrijvend en dus juist slecht voor de exportpositie, is de ervaring van Van der Schans. De laatste jaren doet hij vooral onderzoek naar de korte keten.
De biologische handelsketen zoekt intensiever naar lokaal biologisch
“In Nederland waren dat van oorsprong min of meer gescheiden werelden, de korte keten en de biologische. In die beginperiode importeerde de gespecialiseerde biologische handelsketen van alles van ver weg. Nu wordt er intensiever gezocht naar lokaal biologisch, ook van bijvoorbeeld producten uit agroforestry. Een soort bio plus.”
Vanuit zijn Korte Keten-ervaring adviseert Van der Schans vooral de lokale supermarktondernemers en franchisenemers van de grote ketens te betrekken bij het verbreden van de biologische markt. “Nu het proces in Den Haag min of meer stil ligt, is het misschien ook beter om bij lokale en regionale overheden aan te sluiten.”
Michaël Wilde (Bionext) teleurgesteld en verbaasd
Dat concludeert ook directeur Michaël Wilde van de biologische ketenorganisatie Bionext. Hij is van meet af aan in overleg met zowel Den Haag als Brussel, dat de toon zette met het Europese doel van 25% biologisch landbouwareaal in 2030. Op de eigen site schreef Wilde half december: “Ik zie een brede groep partijen (onder andere banken, supermarkten, ketenpartijen, boerenorganisaties, speciaalzaken, provinciale overheden, onderwijsinstellingen, maatschappelijke organisaties, onderzoeksorganisaties) die gezamenlijk concluderen dat wij met zijn allen nu aan zet zijn.”
Nauwelijks groei biologisch in 2023
Het Nederlandse ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) ontbreekt in het rijtje van Wilde. “Als ik terugblik op het afgelopen jaar ben ik teleurgesteld en ook wel verbaasd. Er is een actieplan en er is geld, maar in de praktijk blijkt het ontzettend lastig om dat geld naar de sector te krijgen.” Dat zegt Wilde, gevraagd naar de vorderingen van het Actieplan Biologisch dat minister Adema in december 2022 lanceerde. “Na een jaar is er een bioloket waar telers vragen kunnen stellen. En er is het begin van een kennisagenda, maar nog zonder dat LNV daar budget of een prioriteitsstelling aan heeft gehangen.”
Nog niet zo heel indrukwekkend na een vol jaar. De doelstelling om in 2030 in Nederland 15% van het landbouwareaal naar biologisch te hebben gekregen is in dat jaar dan ook nog niets opgeschoten. In Nederland is het areaal noch de omzet van de biologische sector dit jaar immers niet of nauwelijks gegroeid.
Geld op de plank voor biologisch
Wilde: “Wij hebben diverse plannen ingediend om ervoor te zorgen dat de markt in ontwikkeling komt, maar lopen vast op Europese staatssteunregels. De angst is dat Brussel mogelijkerwijze een streep zet door subsidie voor marktplannen en dat dat geld dan moet worden terugbetaald. Daar komen wij momenteel niet verder mee.”
Het is niet weinig geld daar op die Haagse plank. Het gaat om € 76 miljoen. De eerste € 13 miljoen voor acties in 2023 zijn dus nog vrijwel onaangetast, maar het budget mag worden meegenomen naar 2024, waar ook al € 13 miljoen voor was gereserveerd. En op Prinsjesdag is er nog eens € 50 miljoen in de begroting opgenomen. “Allemaal mooi, maar de biologische markt stagneert, terwijl de buitenwereld een pot geld en een actieplan ziet en denkt: waarom duurt het zo lang?”
Lees verder onder de foto
Grote communicatiecampagne op komst
Wilde ziet wel enige beweging. “Er komt een grote consumentencampagne. Dat gaat in het eerste kwartaal van 2024 wel zijn beslag krijgen.” In de campagne wordt de consument meegenomen in het biologische verhaal en waarom het voor iedereen beschikbaar zou moeten zijn. “De precieze inhoudelijke boodschap en wie precies de afzender van de campagne wordt, daar is LNV nog mee bezig.”
De vaart ging er ook uit door het vastlopen van het Landbouwakkoord en de val van het kabinet. Is voortgang van het plan afhankelijk van wie minister wordt? Ja en nee, denkt Wilde. “Die 25% voor heel Europa en 15% voor Nederland, daar kan een nieuwe regering niet zomaar een streep doorheen zetten. En geld, die € 76 miljoen, dat is er. Maar als er een nieuwe minister zou komen die helemaal tegen biologisch is, dan kan die wel alle plannen afkeuren en zo het actieplan torpederen. Maar daar ga ik voorlopig toch niet vanuit. In alle gesprekken die ik met de partijen voer, ook met de BBB, spreekt iedereen zich positief uit over bio.”
In alle gesprekken die ik met de partijen voer, ook met de BBB, spreekt iedereen zich positief uit over bio
De winst van de afgelopen jaren is volgens Wilde dat de samenwerking tussen biologisch en gangbaar nog nooit zo goed is geweest. “De hele sector staat voor een flinke nationale en Europese verduurzamingstransitie. Met biologisch kunnen we snel stappen maken, want we hebben al een Europabreed en wettelijk vastgelegd keurmerk, met concrete en strenge eisen. Terwijl al die andere termen zoals natuurinclusief, regeneratief, emissiearm, circulair, kringlooplandbouw nog vrij vage termen zijn. Ik verwacht dus wel dat men biologisch blijft ondersteunen, ook in de provinciale gebiedsplannen. Iedereen snapt dat de transitie van de landbouw door moet gaan en iedereen snapt dat biologisch daar een belangrijk onderdeel van is. Dus ik maak me geen zorgen voor de middellange termijn.”