Fruitteler Frans van Lint rijdt een rondje captan en geeft meteen wat voeding mee. En begint voorzichtig met snoeien.
Frans van Lint in Montfoort zit op de trekker als hij gevraagd wordt naar zijn geluiden. “Ik rij door de peren voor een rondje captan. Het is nu mooi weer maar dat was de afgelopen dagen wel anders. Het is een rare herfst.” De captan moet de druk van vruchtboomkanker verlagen.
“Met al die regen moet je er bovenop zitten, want de infectie gaat gewoon door. De computermodellen van FruitConsult spreken voor zich. Zeker hier, met die zware, natte grond, kunnen we het ons niet veroorloven het op z’n beloop te laten.” Gemiddeld genomen rijdt hij een keer of drie, vier per seizoen, na de pluk.
Voeding meespuiten
“Dan spuit ik ook gelijk wat voeding mee. Dit keer is dat zink. Dat is een belangrijk spoorelement, het trekt in het hout. Daar is veel van afgevoerd, met de peren en door de bladval. Het is belangrijk om het niveau op peil te houden.” De vorige keer nam hij ureum mee in de tank. “Dat heeft nu geen zin meer, die tijd is voorbij. Er zit nauwelijks nog blad aan de bomen.”
Voorzichtig met snoei begonnen
Inmiddels is hij ook voorzichtig met de snoei begonnen. “We hebben van Lucas wat koppen gesnoeid en een beetje onderin, daar waar het blad er helemaal af is. Van lieverlee wil je toch beginnen want 21 hectare heb je niet zomaar klaar.” Andere jaren startte hij al eerder met de snoei. “Dan stimuleerde ik met koper de bladval. Een snelle bladval is gunstig voor de kankerdruk. Maar de grond is zo nat, dat dat dit jaar geen optie was. Ik kon er niet doorheen.”
Auteur: Andrea Disco