In de tomatenteelt is de druk van plaaginsecten lager dan andere jaren.
Dat veel tomatenteelten afgelopen winter vanwege hoge gasprijzen niet of minder belicht zijn, is dit jaar terug te zien in een schonere start van de teelt en minder plaagdruk. Dat constateerde specialist geïntegreerde gewasbescherming Luc Kurris van Royal Brinkman tijdens een seminar van deze tuinbouwtoeleverancier. Waar het voorheen soms een sport kon zijn om binnen een week gewisseld te zijn, was er nu meer tijd voor de schoonmaak, en werd er meer aandacht besteed aan het weer ‘spik en span’ starten.
Rustiger met plagen
Onder andere wittevlieg viel dit jaar mee, en ook tomatengalmijt speelde een stuk minder op dan andere jaren. Nesidiocorus heeft ook vaak de neiging op te duiken waar een belichte teelt had gestaan. Tuta absoluta was eveneens beperkt aanwezig, al werden een aantal tomatenbedrijven er toch nog door verrast. Vaak heeft dat te maken met net te weinig zorg voor hygiëne, zoals het goed opruimen van alle gewasresten, waardoor er poppen over kunnen blijven.
Rupsen kwamen pas laat op, waar dat eerdere jaren al vroeg in het voorjaar kon gebeuren. In juli was wel ineens een felle piek in de plaagpopulatie te zien. Extra hulpmiddelen, zoals PATS-C camera’s, helpen om motten eerder te scouten, zodat sneller is in te grijpen.
Wel lastig was dit jaar het donkere weer tijdens de start van de teelt, waardoor de opbouw van Macrolophus moeizamer verliep. Spint wordt nooit als een groot probleem ervaren in de tomatenteelt, maar dat zou kunnen gaan veranderen als de geplande beëindiging van de toelating van de correctiemiddelen Floramite en Oberon van kracht wordt.
Hygiëne blijft heel belangrijk
Bedrijfshygiëne blijft een belangrijk aspect om de druk van ziektes laag te houden. Zo bleek in een Duitse virustest dat overal in woningen van buitenlandse uitzendkrachten virus te vinden was, bijvoorbeeld op lichtknopjes en kussens. Goede hygiënemaatregelen bij binnenkomst op het bedrijf zijn dus belangrijk. Bij een test op een teeltbedrijf bleek bij 60% van het binnenkomend personeel ToBRFV virus op de handen te vinden. Na het twee keer handen wassen en de hygiënesluis was dit niet meer vast te stellen. Bij een uitbreiding in de test van ToBRFV met pepinomozaïekvirus en komkommerbontvirus bleek bij 80% van de werknemers een van deze virussen aanwezig. Na de hygiënesluis was de meting nog bij een paar procent positief.
Naast alle bekende virus-voorzorgsmaatregelen wees Daniël Ludeking van Rijk Zwaan er nog op tabak een enorm goede waardplant is voor virussen. Als roken binnen het bedrijf vermeden kan worden, zou dat voor alle zekerheid zijn voorkeur hebben. “Al hebben we ToBRFV kunnen vinden in Jordaanse sigaretten, maar daarmee geen planten weten te besmetten en ziek te krijgen.”
Een ontsmettingsmat is effectief, waarbij het eerst goed voeten vegen het effect enorm blijkt te kunnen versterken. Ook voor heftrucks en andere voertuigen kan een reinigingssysteem met bewegende borstels de ontsmetting verbeteren. Omdat zulke borstelmatten verdiept aangebracht moeten worden, is dit vooral bij nieuwbouwprojecten te zien.
Een extra oppervlaktecoating aanbrengen bovenop de basis-coating van gewaskarren helpt om karren makkelijker en beter schoon te kunnen maken. Dit blijkt telers ook te stimuleren om dit frequenter te doen.
Paprika-terugblik
Bij paprika leert een terugblik op het teeltseizoen tot nu toe dat trips en luis redelijk te beheersen vielen. Verimark is erbij gekomen als correctiemiddel. De waarschuwing van Specialist geïntegreerde gewasbescherming Martijn Maat van Royal Brinkman is wel om dit middel met beleid in te zetten, omdat het best gevoelig is voor resistentie-doorbraken. “Dus wees er zuinig op.”
Met rupsen gaat het redelijk goed, mede doordat telers er vlotter op anticiperen. Bt-middelen moeten bijtijds ingezet worden, omdat eenmaal groter geworden rups hiermee lastig dood te krijgen is.
Spint was wel een behoorlijk knelpunt. Door de hoge temperaturen kon spint ineens explosief uitbreiden, waarbij Phytoseiulus vaak onvoldoende snel presteerde. Van Feltiella werden goede resultaten gezien, als aanvulling op Phytoseiulus.
Tegen de Nezara stinkwants blijft fysiek doodknijpen en pleksgewijs spuiten de beste oplossing. De sluipwesp Trissolcus basalis is een mooie aanvulling, maar de inzet ervan biedt geen 100% garantie.
Fusarium is de laatste jaren op sommige bedrijven een groot probleem geworden. Een eenduidige oorzaak daarvoor is nog niet vastgesteld. Al zou het energiezuiniger en vochtiger telen er een rol bij kunnen spelen. Bij gebruik van groene middelen zoals Serenade, op stressmomenten, moet wel rekening gehouden met de biologische oorsprong van die middelen. Inzet daarna van chemische middelen kan de werking tenietdoen.
Teeltwisseling
De teeltwisseling blijft voor alle teelten de uitgelezen periode om het bedrijf weer helemaal schoon te maken. Een schuimtoepassing helpt om de penetratie, bedekking en contactwerking van ontsmettingsmiddelen te verbeteren. Het betonpad moet daarbij zeker niet vergeten worden, omdat hier veel poriën inzitten waarin pathogenen zich kunnen huisvesten. En op warmere plekken direct naast het betonpad legt spint graag zijn eitjes neer.
Het gesloten houden van de luchtramen zorgt dat de luchtcirculatie vermindert en schimmelsporen uit de lucht neerdalen, zodat deze meegepakt worden bij de ontsmetting.