‘Alle aandacht gaat naar groei creëren in paprika’

Bedrijfsleider Erik Gelderblom: “We hebben, net als veel andere paprikatelers, wortelproblemen door Fusarium. Wij telen gele rassen en die lijken toch meer problemen te geven dan rode paprikarassen. En bij zo’n verzwakt gewas krijg je van het ene het andere. Als je op Fusarium laat bemonsteren en analyseren, zit er ook Pythium.”

Gewas helpen

“Het gewas staat er best wel en haalt het einde van het seizoen ook wel, maar het staat zwak en aan de schrale kant. Ik denk hier op dit bedrijf daarom alleen maar aan het creëren van groei, niet meer aan zetting. Je moet het gewas helpen. Ik heb daarom ook best veel geschermd tegen zoninstraling, terwijl wij dat nooit zo gewend waren. Want andere jaren hadden we altijd voldoende groei.”

Laatste zetting

Normaal is er tot en met week 38 ruimte voor zetting. “Maar ik denk dat we in week 37 wel klaar zijn. Het gewas is op. We doen het met wat er nu hangt. Dan besteed ik liever meer aandacht aan de teeltwisseling.”

We hebben vochtdeficieten van 12 gezien. Dat betekende zo luchtig mogelijk telen

Spannende warme week

Een hele warme week, zoals die net achter de rug is, draagt zeker ook niet bij aan het herstel van het gewas. “Ik vond dat een hele spannende week. We hebben vochtdeficieten van 12 gezien. Dat betekende zo luchtig mogelijk telen. Veel sturen met de luchtramen.” Aan het eind van de dag zakt het vochtgehalte daar vrij makkelijk weer mee. Ook in de ochtenduren gaan de luchtramen op tijd open, zodat het vocht niet oploopt als de temperatuur ineens hard begint op te lopen. “Maar nu hebben we het spannendste gehad. We zijn ook lekker bij met oogsten, zodat de plantbelasting afneemt, waardoor de plant wat over heeft om te herstellen.”

Voldoende hoog vruchtgewicht

Gelukkig bleef de vruchtkwaliteit wel steeds goed en zakte het gemiddeld vruchtgewicht niet echt weg, hoewel Gelderblom dat laatste wel verwacht had. “Paprika’s van rond de 170 gram, dat is nog hartstikke mooi. Stel dat het vruchtgewicht zou zijn teruggelopen naar 130 gram, dan kost dat al snel productie.” Sowieso loopt de productie al iets terug, nu de daglengtes en daarmee de lichthoeveelheden afnemen.

Voor de biologie is het best moeilijk geworden

Best moeilijk voor biologie

De zwakkere gewasstand heeft ook zijn weerslag op de biologische bestrijding. “Voor de biologie is het best moeilijk geworden. Het ging een hele tijd goed. We hebben in het begin best veel ingebracht om de biologie op te bouwen, en hebben daarna weinig hoeven te doen. Maar nu het gewas aan het eind wat zwakker wordt, zie je bijvoorbeeld spint makkelijker doorzetten, en hebben de roofmijten er meer moeite mee.”

Proef met Trissolcus sluipwesp

Bij de plaagbeheersing kost het verder best veel tijd en inspanning om Nezara onder de knie te houden. In een afdeling, waar als proef de sluipwesp Trissolcus basalis is uitgezet, is de stinkwants wel aanwezig, maar blijft die beheersbaar.

Veel werk aan Nezara doodknijpen

In de andere kas is de plaagdruk duidelijk hoger. “Daar zit best veel tijd in. Er zijn vaste mensen die hele dagen bezig zijn om de wantsen dood te knijpen. Als Nezara er eenmaal zit, gaat het snel. Zeker vanaf juni/juli kan dat explosief toenemen. Gelukkig zien we nog weinig schade op vruchten.”

Auteur: Peter Visser