De belangrijkste subsidieregelingen voor de tuinbouw kunnen groener gemaakt worden om effecten op de natuur te verminderen.
Dat blijkt uit de evaluatie Quickscan effecten van het LNV-instrumentarium op natuur en biodiversiteit. Minister Van der Wal-Zeggelink van Natuur en Stikstof zegt nadere stappen om te onderzoeken hoe die regelingen regelingen groener gemaakt kunnen worden.
De regelingen voor innovaties en energiebesparing in glastuinbouw (EG en MEI), maar ook de Europese subsidieregeling SIG&F (voorheen GMO), worden in het rijtje regelingen geplaatst met mogelijk schadelijke kanten voor natuur en biodiversiteit. Overigens worden ze ook in het rijtje geschaard van regelingen met mogelijk beschermende werking op natuur en biodiversiteit. Ze leiden immers tot verduurzaming.
De andere kant van die regelingen is dat ze intensieve teelt in stand houden. Daardoor worden deze regelingen ook mogelijk als schadelijk gezien. Een investering in een precisiespuit houdt bijvoorbeeld middelengebruik in stand. Dat stellen de onderzoekers van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) in de quickscan.
Grotere concurrentie negatief
Van de Europese SIG&F-regeling (met Europese middelen die afzetorganisaties aanvragen) stellen de onderzoekers dat ze leiden tot druk op de prijzen. Deze stimuleren de concurrentie op de internationale markt en veroorzaken daardoor schaalvergroting, met mogelijk nadelig effect op natuur en biodiversiteit.
De onderzoekers doen voorstellen voor vergroening. Zo zou de GLB-basispremie regeling voor vollegrondsteelt meer ruimte moeten bieden voor agroforestry en ook niet productieve gewassen als landschapselementen meer moeten belonen. Ook is strokenteelt (het telen van verschillende gewassen op hetzelfde perceel) nu administratief te lastig voor telers. Die regeling is juist aangepast om vergroening te stimuleren.
Lees meer over het thema energie via GFactueel.nl/energie/