Ton Moors in de Wieringermeer (Noord-Holland) is half augustus goed te spreken over de kwaliteit van zijn ijsbergsla.
In week 32 zijn de laatste planten bij hem de grond ingegaan. “We konden steeds doorgaan, behalve in die ene week met veel regen. Toen werd het nog even spannend.” Het gaat om de rassen Casemiro en IJs Jazz; de laatste moet zich volgens Moors in de herfstteelt nog bewijzen. Hij verwacht tot week 42 te oogsten, dan zit het seizoen er in de Wieringermeer weer op.
Veel uitdagingen
Verder noemt Moors het een seizoen met veel uitdagingen. De zomer is volgens hem lastig geweest met veel rupsen en sla met een te kleine bolomvang. De rupsen lijken nu te verdwijnen. Grappend voegt hij toe: “Ze komen van een of ander donker motje en eten en schijten in de sla. Met Tracer en Turex probeer ik ze onder controle te houden. Ze zeggen dat de werking van Turex tegenvalt, maar dat is mij niet gebleken.”
Geen lagere tolerantie
De druk van bladluizen bleef binnen de perken. Moors: “Het is niet uit de hand gelopen, maar we mogen blij zijn dat we nog steeds middelen hebben. Het is niet zo dat de handel meer zal tolereren. Als de sla niet brandschoon is, heb je zo een opmerkingen aan je broek.”
Onkruid schoffelen
Het grootste probleem in de afgelopen weken was de onkruidbestrijding. Moors heeft een cameragestuurde Robovator-schoffelmachine, die hij ook voor knolselderij inzet. Daarnaast heeft hij een conventionele schoffelmachine. “We lopen achter met schoffelen, dat is ook het geval in de knolselderij. De machine is nu dagelijks in gebruik en moet snel worden omgebouwd.” Hij bestuurt de Robovator, zelf maar vindt het juist afstellen best ingewikkeld.
Aantrekkende vraag
Hoewel het half augustus nog vakantietijd is, merkt de ijsbergslateler dat de vraag aantrekt. “We oogsten volop, dat betekent dat er per dag twee vrachtwagens worden geladen. Ik moet nu wat rustiger aan doen met de verkoop want het gewicht zit er nog onvoldoende in.”
Auteur: Marga van der Meer