De verkoop van een perceel tuinland met 1,5 hectare glas voor de bouw van een burgerwoning blijft ontbonden.
Oorzaak is een te trage wijziging van de bestemmingswijziging door de gemeente Midden-Delfland om een woonhuis te bouwen. In kort geding heeft de rechtbank van Den Haag de koper niet gedwongen de koopovereenkomst na te komen.
Het gaat om een transactie die al eind 2010 tot stand kwam, maar waarvoor onduidelijke ontbindende voorwaarden in de overeenkomst zijn opgenomen. Eén van de voorwaarden is dat de koper van de gemeente een bestemmingswijziging zou krijgen voor de bouw van een forse woning van 2.000 kubieke meter vòòr een bepaalde datum. De verkoper stelt dat er weldegelijk zicht is op een bestemmingswijziging en dat de voorwaarde daarover gaat, maar de rechtbank nam die visie in ieder geval niet over. De rechter bepaalde wel dat de koper al het mogelijke heeft gedaan om de bestemmingswijziging te verkrijgen.
De verkoper voerde nog wel aan dat het argument van bestemmingswijziging niet het echte argument is waarom de koper af wilde van de aankoop van de grond met kassen. Hij zou de verkoper hebben toevertrouwd te willen afzien van de aankoop om persoonlijke redenen.