Fors minder winst voor Duitse kunstmestmaker K+S

Scherpe prijsdalingen na recordprijzen tot begin dit jaar zijn de belangrijkste oorzaak. Inmiddels klimt de prijs weer, waardoor het bedrijf voor de tweede helft van het jaar optimistisch gestemd is. K+S is een van de grootste fabrikanten ter wereld van kaliumhoudende kunstmest.

De omzet was in het tweede kwartaal met € 826 miljoen bijna de helft lager dan in dezelfde periode vorig jaar. Omdat het eerste kwartaal nog wel erg goed was, blijft over beide kwartalen gerekend de daling beperkt tot een kwart; van € 2,7 naar € 2 miljard. De winst ging van € 706 miljoen in het tweede kwartaal van vorig jaar naar € 24 miljoen dezelfde periode dit jaar. Gerekend over beide kwartalen ging de winst van € 1,2 miljard naar € 478 miljoen; meer dan een halvering.

2022 uitzonderlijke jaar met dubbele omzet

Het verkoopvolume voor de agrarische markt nam af van 1,9 miljoen ton naar 1,7 miljoen ton in het tweede kwartaal. Voor het tweede halfjaar verwacht het bedrijf herstel met richting de 4 miljoen ton. De winstverwachting (Ebitda) over het hele jaar is € 600-€ 800 miljoen. In de agrarische tak zakte de omzet van € 1,2 miljard vorig jaar naar € 557 miljoen dit jaar in kwartaal 2. Over de eerste helft van het jaar is de omzet in deze tak € 1,4 miljard, tegenover € 2,2 miljard vorig jaar dezelfde periode.

2022 was een uitzonderlijk jaar met dubbele omzet dankzij dubbele prijzen. De prijzen voor kunstmest gingen van wereldwijd gemiddeld € 300 euro per ton in 2021 naar € 628 per ton in 2022 en zakten dit jaar weer naar € 336 per ton gemiddeld in het derde kwartaal.

‘Bodem is bereikt’

Inmiddels ziet K+S de prijzen weer stijgen, evenals de vraag. In een online toelichting toonde CEO Burkhard Lohr zich optimistisch over de huidige marktontwikkelingen. “De bodem is bereikt. Het ergste ligt achter ons. We zijn op weg terug naar normaal.” Maar de winstval van het afgelopen kwartaal zal in de rest van het jaar niet meer goedgemaakt worden.

Aan voorspellingen voor volgend jaar waagt hij zich niet, wel is duidelijk dat de kosten dan lager zullen zijn dan nu. Zo heeft het bedrijf al 80% van zijn gasbehoefte gedekt tegen prijzen lager dan € 40 per megawattuur – fors lager dan vorig jaar en begin dit jaar.

Lohr benadrukt dat leveringscapaciteit een probleem blijft door het wegvallen van Belarus en Rusland. In Europa zit het bedrijf aan zijn maximum capaciteit. Lohr: “Ik wil niet rondbazuinen dat we uitverkocht zijn maar in feite zitten we in Europa volgeboekt.”