‘Er zou ‘een grote jongen’ moeten instappen’

“Als ik zie wat er aan bataat in de supermarkten ligt, dan heeft de consument het product kennelijk wel gevonden. Wat nodig is, is dat de supermarkten dat Nederlandse product willen hebben. Op mijn bedrijf kan ik best 100 hectare telen, maar ik moet natuurlijk wel zeker weten dat ik het ook kan verkopen”, aldus Verschure op 3 augustus.

Grootschaliger aanpakken

De focus van Verschure ligt dit jaar dan ook op de versmarkt. “Ik heb dit jaar geen contracten met de industrie. Die willen juist bataat uit de Verenigde Staten, maar ik hoor dat daar minder geplant is. Misschien heeft dat een positief effect op de prijs hier. Het nadeel voor de verse markt is dat je een waslijn en een verpakkingslijn nodig hebt. Als je dat wat grootschalig wilt aanpakken, vraagt dat tonnen aan investeringen. Het zou voor de teelt in Nederland een goede ontwikkeling zijn als daar ‘een grote jongen’ in zou willen stappen en ook kleine telers via hen kunnen leveren aan de verse markt.”

Gedroogde bataat is lang houdbaar en dat zouden we graag aan diervoeders voor huisdieren toevoegen

Brokken voor huisdieren

Zoekende naar afzetkansen kijkt hij ook naar de wereld van huisdieren. “We willen de tweede keus gaan drogen. Gedroogde bataat is lang houdbaar en dat zouden we graag aan diervoeders voor huisdieren toevoegen. De geluiden van de fabrikanten van die voeders zijn positief, maar het moet nog wel gebeuren. Met drogen zijn we al begonnen, maar dat is nog niet zo eenvoudig. Bataat droogt moeilijker dan een aardappel, waarschijnlijk door de grote hoeveelheid suikers die bataat bevat. Op dat vlak moeten we dus wel nog meer ervaring opdoen.”

Planten verkocht

Verschure plantte weliswaar minder, maar hij had wel voor een groter areaal aan planten opgekweekt. “Ik heb veel planten verkocht. Binnen Nederlands is de animo onder Nederlandse telers wat tanende, maar in het buitenland was er volop belangstelling voor plantmateriaal.”

Vertraging bij planten

Het planten liep dit voorjaar wel wat vertraging op, omdat Verschure toen nog te weinig plantmateriaal voor zichzelf tot zijn beschikking had, ook omdat hij andere telers aan plantmateriaal wilde helpen. “Maar het maakt ook niet zoveel uit of je nou op 1 mei of 20 mei plant. Veel later moet het natuurlijk niet worden.”

Vijf knollen per plant

Door de warmte in juni en de neerslag in juli ontwikkelde het tropische gewas zich prima. “Bovengronds staat er een mooi gewas, maar het gaat natuurlijk om de knollen.” Om die te beoordelen groef hij begin augustus wat planten op. “Bij de meeste zie je een stuk of vijf knollen die goed gaan uitgroeien. Dat is ook het beeld dat je wilt zien.”

Auteur: Stan Verstegen