Strenger gewasbeschermingsbeleid leidt tot meerkosten die vergelijkbaar zijn met On the Way to PlanetProof.
Die aanname doen onderzoekers in een impactanalyse voor de Verordening duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen. Na evaluatie van de Europese Richtlijn duurzaam gebruik pesticiden wil de Europese Commissie dat aanvullende maatregelen nodig zijn om de risico’s van gewasbeschermingsmiddelen te verminderen. Daarvoor zijn strengere regels opgesteld in de Verordening duurzaam gebruik gewasbeschermingsmiddelen.
20% minder groente- en fruitproductie in Nederlandse kassen
LTO Nederland betitelde de voorstellen voor deze verordening eerder als eenzijdig gericht op het verminderen van het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Dat doet het zonder perspectief te bieden aan boeren en tuinders hoe te komen tot weerbare teeltsystemen, weerbare bodems en weerbare planten. Onderzoek van Wageningen Universiteit (WEcR) liet eerder dit jaar zien dat de verordening kan resulteren in 20% minder groente- en fruitproductie in Nederlandse kassen.
Verhoging administratieve lasten
Uit dit impactonderzoek blijkt dat de voorgenomen verordening kan zorgen voor een omzetverlies door het verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in gevoelige gebieden en bij oppervlaktewater. Dat kan oplopen tot 1% van plantaardige productie in Nederland. De verplichting om gegevens elektronisch te registeren zal daarnaast de administratieve lasten verhogen. Daarnaast moeten gewasspecifieke maatregelen uitgewerkt worden door het ministerie van LNV, dat 5 tot 10 fte’s zal kosten.
Om de kosten voor tuinders te schatten, houden onderzoekers rekening met de meerkosten van PlanetProof voor appels, tomaten en aardappel. Dat leidt gemiddeld tot een prijsstijging van 0,88%, blijkt uit berekeningen van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) uit 2018. Dat de meerkosten gelijk zijn aan PlanetProof wil niet zeggen dat de maatregelen uit de verordening al in PlanetProof zijn opgenomen. Een aantal maatregelen die nu voorgenomen zijn, leiden tot extra kostenstijgingen is de verwachting.
Kosten klant € 7 per gezin per maand
Op korte termijn hoeft de prijsstijging door de voorgenomen verordening niet worden doorberekend aan klanten in de winkel, maar is er de mogelijkheid van inkomenssteun aan boeren. Op wat langere termijn komt de markt naar verwachting in een nieuw evenwicht en zal de prijsstijging volledig doorwerken in de consumentenprijs. Voor een gezin met drie kinderen op bijstandsniveau betekent dat een stijging van € 7 per maand aan uitgaven voor voeding, oftewel 0,1 tot 0,2% van het besteedbaar inkomen.