De Noord-Hollandse polder Het Grootslag bestaat in juli exact 600 jaar. Voorzitter Trude Buysman van de jubileumcommissie grijpt dit aan om de agrosector in de schijnwerpers te zetten. “De polderbestuurders van toen zagen het belang van samenwerking in. De ondernemers van nu doen dat nog steeds.”
De geschiedenis van de Noord-Hollandse polder Het Grootslag (8.400 hectare) is een optelsom van mooie verhalen. Dit jaar – de polder bestaat 600 jaar – is het uitgelezen moment om die nog eens te vertellen, zegt voorzitter Trude Buysman (66) van de jubileumcommissie. “In Het Grootslag zijn de boeren en tuinders altijd uitdagingen aangegaan. Dat zie je terug in het landschap. Dat verandert natuurlijk. De kleine vaarboeren en -tuinders zijn er niet meer. Nu vind je bijna alle agrarische sectoren hier terug. Van bloemkooltelers tot melkveehouders, van zaadveredelaars tot grote groenteverwerkers. De ondernemers van nu mogen de polderbestuurders van eeuwen geleden dankbaar zijn. Zonder hun inspanningen om het land droog te houden, was dat allemaal niet gelukt.”
De monniken en nonnen die de tuinbouw in het gebied introduceerden, het zakken van de de bodem, het bijna hopeloze gevecht tegen het binnenstromende water vanuit de toenmalige Zuiderzee, de rampzalige Sint-Elisabethsvloed, het waren allemaal redenen voor de toenmalige kleine polderbesturen om de handen ineen te slaan; in 1423 werd polder Het Grootslag opgericht. Een daad van betekenis, want door die samenwerking in de strijd tegen het water kon het agrarische gebied tussen Enkhuizen en Blokker behouden blijven.
Ruilverkaveling bracht een ommekeer
De boeren en tuinders in het gebied waren eeuwenlang voor het vervoer van hun dieren en producten afhankelijk van schuiten. De man van Trude, Nico Buysman, kan zich die tijd nog goed herinneren. Zijn vader en hij waren aangewezen op de schuit om naar het land te gaan. Op zondagen gingen ze met de hele familie een rondje varen, picknicken op een van de ‘eigen’ eilandjes, het waren mooie tijden. Hard werken, lange dagen maken, dat natuurlijk ook.
De ruilverkaveling in de jaren zeventig bracht een ommekeer. Sloten werden dichtgegooid, wegen aangelegd, nieuwe boerderijen gebouwd. Het Grootslag was een van de laatste vaarpolders in Nederland die transformeerde naar een rijpolder. “Dat was voor de ontwikkeling van de land- en tuinbouw natuurlijk van enorm belang. We liepen agrarisch achterop, sinds de ruilverkaveling behoren we tot de voorlopers. Toch ben ik blij dat een klein deel van de oorspronkelijke vaarpolder in stand is gebleven. In het gebied De Weelen kunnen we vanuit de boot nog het verhaal over de geschiedenis van Het Grootslag vertellen. Dat gaan we in dit jubileumjaar ook doen.”
Van bollen en bloemen naar blotevoetenpad
Samen met haar man teelde Buysman decennialang bollen, bloemen en groenten. Haar dochter en schoonzoon hebben nu op die plek een camping met daarbij een zogeheten blotevoetenpad. “Elke ondernemer kiest zijn eigen weg, onze dochter ook, en dat is prima”, zegt Buysman. Andere agrarische bedrijven moderniseren en innoveren. De schaalvergroting gaat door. Dat dwingt lang niet bij iedereen respect af, is haar ervaring.
Ze is voorzitter van de lokale LTO-afdeling en ontving onlangs een paar medewerkers van provincie Noord-Holland. “Ze omschreven Het Grootslag als een woestijn zonder planten en dieren. Konden we hier geen hennep telen, was hun vraag. Dan kon Hoorn de touwhoofdstad van Europa worden. Wat een raar idee! De overheid heeft geen oog meer voor het belang van de agrosector voor de economie. Dit is het belangrijkste vollegrondstuinbouwgebied van Nederland met de laagste footprint per kilo product van Europa. Daarom grijpen we het 600-jarige bestaan aan om onze polder in het zonnetje te zetten.”
We moeten oppassen, zegt ze. Jonge boeren en tuinders dreigen hun motivatie te verliezen. De regelgeving over waterkwaliteit, wildbeheer en derogatie, het begint allemaal te wringen. “Net als in de andere provincies worden in Noord-Holland komend jaar regionale plattelandsprogramma’s gemaakt. Hopelijk dragen onze jubileumactiviteiten eraan bij dat er meer aandacht komt voor het economische belang van de sector.”