Doorgaan naar artikel

Harbers: reken niet op uitzondering voor landbouw bij KRW

De agrarische sector hoeft niet te rekenen op een uitzonderingspositie voor de Kaderrichtlijn Water (KRW). Dat zegt minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat tijdens een debat in de Tweede Kamer. Dit in antwoord op vragen van Eva van Esch van de Partij voor de Dieren.

“We weten dat er veel werk aan de winkel is. Dat zien we ook met de maatregelen zoals de inperking van derogatie, de aanscherpingen in het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn”, aldus Harbers. Niet alleen de agrarische sector hoeft op een uitzonderingspositie te rekenen, voegt Harbers toe. Hetzelfde geldt volgens hem ook voor andere sectoren.

Slechts in enkele gevallen kan er – voldoende onderbouwd – een aanvraag worden gedaan voor een uitzonderingspositie. Het gaat dan bijvoorbeeld om waterlichamen waarbij wel maatregelen zijn genomen, maar waarin stoffen langere tijd – tot na 2027 – nodig hebben om af te breken.

Vrees voor stilleggen van projecten

Linkse partijen verweten Harbers geitenpaadjes te zoeken in Brussel om onder de Kaderrichtlijn uit te komen. “Uitvluchten bedenken is niet mijn ambitie. We zetten alles op alles om de doelen te halen. Alleen als het niet anders kan, kijken we of er een gelegitimeerde uitzonderingspositie is voor de KRW. Ruimhartig gebruikmaken van uitzonderingsposities maakt je juridisch juist zwakker”, aldus Harbers.

Hij voorziet dat Nederland sterker staat in eventuele juridische conflicten als wordt gedaan wat kan. Gevreesd wordt dat rechtszaken over niet-nakomening van de doelen van de KRW ertoe leiden dat projecten stil komen te liggen. Een landelijke stand-still – zoals bij de stikstofproblematiek – verwacht Harbers niet. Hij vindt het wel belangrijk om alles op alles te zetten om de doelen te halen.

Kamer wil meldplicht voor grondwaterbronnen

Een ruime Kamermeerderheid wil een meldplicht voor grondwateronttrekkingen om beter inzichtelijk te krijgen waar het grondwater naartoe gaat. Het kabinet en diverse waterschappen zijn hier al mee bezig, maar dat wordt nu uitgebreid. De meldplicht is een voorbode voor een vergunningplicht voor het gebruik van grondwater. Dat vindt de minister nog niet nodig, maar hij wil al wel beginnen met het voorwerk. In sommige droge regio’s kan een vergunning volgens hem nodig zijn. Dit om een situatie van wie het eerst komt, wie het eerst maalt te voorkomen.

Volgens de Kaderrichtlijn Water moet het water in Nederland in 2027 van goede kwaliteit en kwantiteit zijn. Er zijn circa 100.000 waterdoelen, omdat er zoveel stoffen in verschillende waterlichamen gemeten worden. Bij ieder waterlichaam geldt dat als er één norm niet gehaald wordt, dat het water dan niet aan de richtlijn voldoet. Daarom wordt nu bij 1% van de wateren alle normen gehaald.

Financiële ondersteuning waterschappen

Het kabinet werkt daarnaast aan een regeling voor financiële ondersteuning van waterschappen voor de uitvoering van het Deltaprogramma Agrarisch waterbeheer (DAW). De DAW-impulsregeling moet ertoe leiden dat het bovenwettelijke spoor van het Deltaprogramma beter benut gaat worden. Dit is een van de stappen van het kabinet in het impulsprogramma voor de KRW die minister Harbers naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Maatregelen agrarische sector

In het programma zitten verschillende maatregelen voor de agrarische sector. Zo wil het kabinet het voor lagere overheden duidelijker maken hoe ze de wijziging van functie van gronden kunnen realiseren. Dit vindt het kabinet nodig om de KRW-doelen te halen. Er zijn op dit moment al diverse instrumenten om voorwaarden te stellen aan landgebruik. Bijvoorbeeld via het bestemmingsplan of de verwerving van gronden door de overheid.

Het kabinet ervaart echter dat het voor partijen niet altijd duidelijk is wat de precieze juridische mogelijkheden en voorwaarden zijn voor de toepassing van deze instrumenten. En ook niet welk instrument op welk tijdstip het beste kan worden ingezet voor de KRW-doelen. Daarom wil Harbers dit inzichtelijk maken.

Het gaat daarbij om het extensiveren of stoppen met activiteiten in beekdalen om de waterkwaliteit te verhogen. Of om te zorgen dat een functieverandering voor een ander doel niet een ongewenst neveneffect op de waterkwaliteit sorteert. Zo wil het kabinet voorkomen dat bij de uitkoop van een veehouderij om de stikstofaanpak, grasland wordt omgezet in bouwland met uitspoelingsgevoelige gewassen.

Beleid wordt aangescherpt

In het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) is voor de aanpak van de beekdalen ongeveer € 800 miljoen gereserveerd in het Transitiefonds. Voor de beekdalen wordt in een werkgroep bekeken op wat voor manier land nog mag worden gebruikt.

Daarnaast wordt ook het beleid aangescherpt om de belasting van water met vervuilende stoffen te verminderen. Hieronder gewasbeschermingsmiddelen en nutriënten uit de landbouw. Hierbij wordt de mogelijkheid bezien of toelating van gewasbeschermingsmiddelen kan worden afgestemd op de kwaliteitseisen van de KRW. Ditzelfde geldt voor het mestbeleid.

Studie naar juridische risico‘s

Het impulsprogramma richt zich op landbouw, industrie en waterzuivering en er wordt op drie sporen ingestoken: meer grip op de uitvoering van het afgesproken beleid, een tussenevaluatie in 2024 en de verantwoording van het beleid in 2027. Op basis van die verantwoording moet Nederland bij de Europese Commissie eventuele uitzonderingsposities kunnen aanvragen. Daarnaast wordt een studie gedaan naar de juridische risico’s van de KRW. Verschillende deskundigen vrezen dat (bouw-)projecten niet door kunnen gaan, omdat niet aan de KRW is voldaan.

De Kaderrichtlijn Water schrijft voor dat het water in Nederland in 2027 van voldoende kwaliteit en kwantiteit moet zijn. Deze doelen worden met de huidige resultaten en het actuele volgens deskundigen niet gehaald.

Share this

Afbeelding
Mariska Vermaas

parlementair verslaggever

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin