Zo ben je een gewone fruitteler uit Montfoort en zo beleef je je 15 minutes of fame op de nationale televisie. Perenteler Frans van Lint mocht zondagavond opdraven in de ludiek informatieve verkiezingsquiz Kiespijn.
In een setting als ‘Wie van de Drie’ moesten de teams van Hanneke Groenteman en Rutger Castricum uit 4 mannen de échte Frans van Lint, kandidaat namens de BBB voor een zetel in het bestuur van Hoogheemraadschap Stichtse Rijnlanden, zien te pikken. Van Lint staat op plek 2 van de BBB-lijst, dus het lijkt een zekerheid dat hij zich de komende vier jaar met het water mag bezighouden in het gebied van Schoonhoven tot Rhenen en van Bodegraven tot De Bilt.
Telersbelang versus natuur?
Er is veel fruitteelt in dat gebied, met name in de zuidelijke helft. In het mini-interview dat quizmaster Diederik Ebbinge met hem had, werd de suggestie gewekt dat Van Lint daar als perenteler alleen maar zou gaan zitten pleiten voor het telersbelang. Dat een ondernemer die dag in dag uit in het groene buitengebied verkeert ook iets zou kunnen hebben met natuur, zoals de Montfoorste fruitteler wél probeerde uit te stralen, leek weinig impact te hebben bij de Randstedelijke mediamensen die dit programma bevolken.
Van Lints kwartiertje van roem duurde in de uitzending van zondag op de kop af 3 minuten en 45 seconden. Maar zoiets heeft wel een nasleep. Als we hem bellen om na te vragen hoe het allemaal zo gekomen is, neemt zijn vrouw wat wantrouwig op. “Ja, sorry, er komt heel wat onzin op ons af”, bekent ze, als we haar hebben kunnen overtuigen dat we echt van het gezaghebbende tuinbouwvakblad Groenten & Fruit zijn.
Tegenwicht vanuit agrarische sector
“Ja, dat hoort er een beetje bij als je met je hoofd op televisie bent”, becommentarieert Van Lint. Hij is al 2,5 jaar lid van de BBB, want vond het wel eens goed dat er wat tegenwicht kwam vanuit de agrarische sector. “Ik werd nu gevraagd of ik wat wilde gaan doen voor de partij. De provincie dat leek me niks. Maar het waterschap, daar had ik wel idee in.”
Van Lint schreef mee aan het programma voor zijn waterschap. Kern van de zaak is dat niet alles op het bordje van de boeren en tuinders moet komen. Zo staat er in het programma ook dat ‘grijs wordt ingeruild voor groen’: burgers en bedrijven worden via informatiecampagnes gestimuleerd om tuinen en bedrijventerreinen te vergroenen, zodat er meer water opgenomen wordt in de grond, en niet op een overlast gevende manier wegspoelt.
Samen de waterkwaliteit meten
Maar de agrariërs nemen uiteraard hun verantwoordelijkheid, getuige bijvoorbeeld de zinsnede: ‘Het waterschap meet samen met de agrariërs en anderen met grote regelmaat de kwaliteit van het water.’ En er mag ook best iets staan tegenover de inspanningen die de telers doen om de boel duurzaam en biodivers te houden: ‘Agrariërs worden financieel ondersteund voor het aanleggen van bloemrijke akkerranden. Zo wordt de bijenpopulatie beschermd, is bestuiving van gewassen gewaarborgd en wordt de aanwezigheid van natuurlijke gewasbescherming gestimuleerd.’
Met 40 jaar als fruitteler neemt Van Lint vooral veel praktijkervaring mee. “Ik heb eerder niet geprobeerd een geborgde zetel te bemachtigen. Ik had al drukte zat met bestuursfuncties bij NFO en bij Rabobank. Maar nu mijn zoon het bedrijf gaat overnemen heb ik wat meer tijd. Tijd voor tegengas.”