2023 is het eerste jaar van het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB). De betalingsrechten zijn definitief verleden tijd. Een van de meest besproken onderdelen uit het nieuwe GLB is de bufferstroken. In dit artikel lichten we enkele vragen en antwoorden hierover uit.
Grondgebonden premies en subsidies voor maatschappelijke diensten staan centraal in het nieuwe GLB. Het registreren van ieder landschapselement, het uitzoeken waar bufferstroken moeten liggen, en de laatste beslissingen over bouwplannen houdt menig boer en tuinder bezig. Op Boerderij.nl staan meer tips en aandachtspunten voor het nieuwe beleid.
Vragen en antwoorden over bufferstroken
Vanaf 1 maart zijn bufferstroken sowieso ook landelijk verplicht vanuit de mestregels, zo is de bedoeling. Een conceptvoorstel hiervoor ligt nu bij de Tweede Kamer.
Welke voorwaarden gelden er voor de bufferstroken?
Op de bufferstrook mogen vanuit de mestregels geen meststoffen worden gebruikt. Voor deelnemers aan het GLB geldt dat ze tevens geen gewasbeschermingsmiddelen mogen gebruiken op de bufferstroken.
Hoe breed moet een bufferstrook zijn?
Een bufferstrook langs een gangbare watervoerende sloot is 3 meter breed. Wanneer deze bufferstrook meer dan 4% van het perceel zou betreffen, mag de bufferstrook versmald worden naar 1 meter. Is het dan nog steeds meer dan 4%, dan mag een bufferstrook van 0,5 meter worden aangehouden.
Langs ecologisch kwetsbare wateren, of water dat is aangewezen in het kader van de Kaderrichtlijn Water (KRW), geldt een bufferstrook van 5 meter. Bij KRW-wateren is het mogelijk af te schalen naar 3 meter als de strook meer dan 4% van het perceel zou betreffen. Bij KRW-water smaller dan 10 meter kan om diezelfde reden afgeschaald worden naar 3 of 1 meter bufferstrook. Langs een droge sloot – waar tussen 1 april en 1 oktober geen water in staat – moet een bufferstrook van 1 meter worden aangehouden.
Mag ik gewassen telen op de bufferstrook? En mag ik maaien en oogsten van de bufferstrook?
In principe wel. De nieuwe mestregels (op dit moment echter nog niet definitief) en het GLB hebben alleen betrekking op het gebruik van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. De bestaande teeltvrije zones uit het activiteitenbesluit en de regels die hiervoor gelden blijven wel van kracht.
Het telen/oogsten/maaien van gewassen kan vanuit het GLB wel verboden zijn als je bepaalde eco-activiteiten uitvoert op de bufferstrook, of wanneer je de bufferstroken inzet als niet-productief areaal.
Waar begint de bufferstrook?
Bufferstroken beginnen in principe bij de insteek van de sloot. Uitzondering is wanneer sprake is van een flauw talud: een talud dat tenminste 2 meter breed is vanaf de waterlijn tot aan de insteek en met een helling die niet steiler is dan 1:3. In dat geval begint de bufferstrook 1 meter vanaf de waterlijn, zoals vastgelegd op de RVO-kaarten.
Moet ik bufferstroken zelf intekenen in Mijn Percelen?
Dat hangt af van de situatie, zo laat RVO weten. Staat er een ander gewas op de bufferstrook ten opzichte van het hoofdperceel, dan teken je hem in. Als je hem inzet als niet-productief areaal of gebruikt voor een eco-regeling (bijvoorbeeld bufferstrook met kruiden), moet je hem ook als apart perceel intekenen. Maar staat hetzelfde gewas op de bufferstrook als op het hoofdperceel en wordt hier geen aparte activiteit uitgevoerd, dan hoef je deze niet afzonderlijk in te tekenen. RVO heeft de bufferstroken zelf ook al op de kaartlaag bufferstroken ingetekend.
De bufferstrook zoals in Mijn Percelen staat klopt niet met de werkelijkheid. Wat nu?
RVO laat weten: ga in dat geval uit van de realiteit. Onjuiste bufferstroken en waterlopen kunnen worden doorgegeven via de Gecombineerde Opgave. Bij twijfel over het type sloot, of de breedte van de bufferstrook, kunnen boeren contact opnemen met RVO voor nader advies. RVO laat weten dat bedrijven voor de mestplaatsingsruimte zelf de oppervlakte van de bufferstrook moeten vaststellen en in mindering moeten brengen van de totale oppervlakte die bemest mag worden.
Medeauteur: Mariska Vermaas