‘Gevels goed in AC-folie ingepakt’

Op het bedrijf van 3,7 hectare staan twee rassen. In de meest generatieve afdeling staat het ras Proloog. In de wat vegetatiever reagerende kas heeft hij de ietsje minder makkelijk groeiende Springfield geplant, waarvan hij vorig jaar voor het eerst een paar rijen heeft uitgeprobeerd. “Beide rassen kun je naar tevredenheid telen. Springfield gaat net iets sneller in zijn vruchtzetting, terwijl Proloog tegen de snee aan juist weer wat sneller gaat. Dus uiteindelijk ontlopen ze elkaar niet veel. Van Proloog blijf je wat beter doorsnijden, door zijn makkelijkere vruchtopvolging.”

Oogsten begint

De teler had vooraf gedacht 6 februari met snijden te kunnen beginnen. Begin week 5 stelt hij die verwachting wat bij. “Het zal wel al 3 februari worden. We zitten tegen snijden aan. Er hangen al leuke komkommertjes aan.” Hij wil zoals gebruikelijk op vijf stamkomkommers uitkomen, waarbij er eentje een beetje een stuurvucht wordt. “Met een beetje normale instraling gaat dat meestal wel goed.”

Schermen

De afgelopen jaren is het schermdoek vervangen, waardoor het nu helder genoeg is om het vrij makkelijk dicht te kunnen houden. Nu het zonnetje krachtiger wordt, kan het scherm langer open. In combinatie met vriezend weer gaat het iets later open. “Zodat je niet eerst een hete buis krijgt.” En als het zowel een kille dag is rond het vriespunt, met donker weer erbij, dan kan het schermdoek zo’n dag dicht blijven.

Een extra AC-folie gebruikt hij niet. “Wel hebben we de gevels goed in AC-folie ingepakt. Normaal doen we alleen de onderste gording. Nu hebben we het folie hoger doorgetrokken voor energiebesparing.”

Temperaturen al iets uit elkaar trekken

Bij de klimaatinstellingen hanteert hij al een beetje dag/nacht-verschil. Met een voornachtje van 18 graden Celsius en een nanacht van 19 graden. Dan even opstoken naar 20 graden, gevolgd door een blok van 21 tot 21,5 graden. Bij 300 tot 600 Joules stralingssom mag daar in de nacht en voornacht op licht een graadje bij komen.

Toenemende watergift

In het begin werden er heel weinig beurtjes water gegeven. Nu er meer vrucht gaat komen, neemt de watergift ook toe. Meestal vier tot vijf beurten. “Met mooi weer moet je wat drain gaan realiseren. Op een echt zonnige dag geef je al meer dan een liter. Daar komt dan nog wel zo’n 40% drain van terug. Daaraan zie je dat het gewas dus toch nog relatief weinig opneemt.” De EC in de mat zit rond 3,5 tot 3,8 mS/cm. “Ik geeft 2,9 tot 3 EC mee.”

Preventieve spintbestrijding

Met plagen is het nog heel rustig. “We hebben een lange winter gehad, waarbij we een hygiëneprotocol gevolgd hebben waarbij we gewasresten goed weghalen en alles schoonmaken met ruim gebruik van ontsmettingsmiddelen. In het najaar ruimen we spint altijd goed op.” Toch is er in de huidige teelt preventief tegen spint al wel californicus uitgezet. “Via de tralieliggers en de ophangdraden van de teeltgoten zou er wat spint naar beneden kunnen kruipen. Daarom hebben we bij elke teeltgoot bij het ophangpunt een zakje opgehangen, zodat er in dat gebied al roofmijten aanwezig zijn.”

Verder is begin februari preventief ook al een begin gemaakt met de introductie van swirskii.

Auteur: Peter Visser