Tientallen uren hebben landbouwbestuurders inmiddels vergaderd over het Landbouwakkoord, maar inhoudelijk is het proces pas net begonnen.
Bart Kemp van Agractie liet op een boerenbijeenkomst over het landbouwakkoord vallen dat hij inmiddels 20 uur aan de vergadertafel van het landbouwakkoord had doorgebracht. Maar er is nog weinig over de inhoud, over wat er nu in dat landbouwakkoord moet komen te staan, gesproken. De vergaderingen gingen vooral over het proces. Wie aan welke tafel zit en wat de uitgangspunten van de gesprekken zijn.
‘Reflectietafel’
Neem de zogenaamde ‘reflectietafel’, een groep experts die de afspraken in het Landbouwakkoord moeten bekijken en toetsen. Het voorstel was om vooral experts van verschillende universiteiten uit te nodigen om hun licht te laten schijnen op het akkoord. Ook op deze lijst hadden de meepraters aan de hoofdtafel een mening en zijn experts ingeruild voor anderen.
Ook de hoofdtafel zelf is pas recent compleet. De wens was om één vertegenwoordiger van ‘de keten’ aan tafel te zetten. Zo’n persoon, die de belangen van handelaren, verwerkers en supermarkten vertegenwoordigt, bleek niet te bestaan. Dus werden het Centraal Bureau voor de Levensmiddelenhandel (CBL) en Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) ingevlogen.
Sectortafels het belangrijkst
Voor de inhoud van het akkoord zijn de sectortafels het belangrijkst. Alle sectortafels hebben inmiddels 1 of 2 bijeenkomsten gehad, waarin als eerste de uitgangspunten van de deelnemers op tafel worden gelegd. De sectortafels zijn hele groepen, soms wel tot 30 deelnemers, die allemaal hun zegje moeten doen. Van de zes sectortafels is vollegrondsgroenten ingedeeld met akkerbouw en bollenteelt op één tafel en glasgroententeelt met sierteelt aan een andere tafel.
Belangrijkste punten per sector
LTO Nederland publiceerde vorige week per deelsector wat voor hen de belangrijkste punten per sector zijn. Voor de akkerbouw is dat bijvoorbeeld voldoende groen, nieuwe middelen en technieken voor weerbare teelten en voldoende water. Voor de melkveehouderij gaat het behalve grond om een verdienmodel onder extensivering en ruimte voor innovatie. Voor de varkenshouderij zijn de speerpunten wat vager.
LTO heef het over een gelijk speelveld in de EU voor het verdienvermogen, perspectief op de lange termijn en ontwikkelmogelijkheden van locaties. Agractie staat er redelijk hetzelfde in. De speerpunten zijn wat die club betreft: behoud van landbouwgrond, meer regie bij op prijs en een gelijk speelveld in Europa wat betreft milieuregels. De ‘sectoroverschreidende’ onderwerpen, zoals grond of hoe ‘groot’ de kringloop moet of mag zijn, worden door de hoofdtafel besproken.
Weinig vertrouwen in politiek
Vorige week was er wat ruis op de lijn. Vorige week maandag zaten de boerenclubs met minister Piet Adema, die zoveel mogelijk bij de gesprekken aan de hoofdtafel aanwezig wil zijn, voor het eerst sinds het nieuws over het gedoe over derogatie met Brussel. Gevolg: de boerenclubs stelden de mestkwestie aan de kaak, terwijl het niet op de agenda stond. Het vertrouwen in de politiek en dat ze zich aan de gemaakte afspraken houden, is niet bar. Voor nu was het gedoe over derogatie nog geen reden voor boerenclubs om de onderhandeltafel te verlaten, ‘maar dit moeten ze niet nog een keer te flikken’, was de uitspraak van een onderhandelaar over dit issue.
Akkoord hopelijk in april
Het proces is de afgelopen weken nog niet echt opgeschoten, maar de wens is wel om in april met een akkoord te komen. Of dat gaat lukken, is nog de vraag. De achterbannen van de vertegenwoordigers aan de onderhandeltafels vragen zich regelmatig hardop af of er wel echt iets te halen valt voor de boerenclubs. Om hen in te lichten en mee te nemen, gaat LTO Nederland de komende maand verschillende ledenbijeenkomsten houden om boerenmeningen over (de vorderingen van) het landbouwakkoord op te halen.