Op 4 januari wordt er weer geplant bij Kwekerij Lijntje in Moerkapelle.
Normaal is de plantdatum al 16 of 17 december. Rob Oosterom: “Maar dit past nu beter, omdat we pas na begin januari weer goede gas- en elektriciteit-posities konden inkopen. Voor december werd dat lastiger. Of je had het voor die hele maand moeten doen. Maar daar heb je niet zo veel aan als je halverwege de maand pas begint met de teelt. Rond de kerstdagen is ook de sparkspread vaak slecht. Met die onzekerheid kun je het risico van een vroegere teeltstart niet nemen.”
Plantdatum afwegingen
Deze verstandelijke economische afweging en beslissing gaat wel tegen de telers-mentaliteit in. “Voor je persoonlijke gevoel is het toch wel heel erg lang, twee maanden leeg liggen. Daarom blijven we er over nadenken om volgend jaar toch weer terug te gaan naar de oude plantdatum.”
Uniforme planten
Oosterom verwacht op grond van berichten uit de opkweek goede, gelijke planten. Vorig jaren waren de ervaringen met de uniformiteit van een toen nieuw ras minder. Daarom heeft hij half september als proef alvast vijftig planten van Joannax laten zaaien, een nieuw ras. Zo kon de plantenkweker kijken hoe de plant van dit ras zich ontwikkelt. “Het geeft een indicatie hoe hij reageert op licht.”
Het oude gezegde dat je maar één rug uit een varken kunt snijden, geldt nog steeds
‘Diefgroei is moeilijker geworden’
Zoals gebruikelijk wordt gestart op een plantdichtheid van 2,4 planten per vierkante meter. Met de eerste trosdief zal de stengeldichtheid verhoogd worden naar 3,6/m2. “Die diefgroei is wel moeilijker geworden, met de in der loop der jaren steeds productiever geworden rassen.” Het mooist zou een plant zijn die een hele krachtige dief als extra stengel geeft, en daarbij tegelijkertijd heel goed op zijn trossen werkt. “Maar het oude gezegde dat je maar één rug uit een varken kunt snijden, geldt nog steeds.”
Plant beheersen
De planten worden in de beginfase van de teelt beheerst naast het plantgat. Vanuit arbeidsbesparing hoort Oosterom wel geluiden dat er meer telers komen die de plant direct op het plantgat zetten. “Maar met dit ras zou ik dat niet durven.” Aan de andere kant ‘pest’ hij de planten ook niet zo erg als sommige collega-telers, via heel zuinig water geven, of door het toepassen van hoge EC-waarden die soms naar de 8 of 9 toe gaan als ze op de mat gaat. “Ik zou het wel durven, maar wij zijn van mening dat je de plant meer met temperatuur moet beheersen. Pas als dat niet meer lukt, gaan we aan de slag met water.”
Schermgebruik
Er is gemiddeld 0,73 kuub gas per week beschikbaar voor de teelt. Het energiescherm helpt om het met die hoeveelheid te halen. “Van een extra vast folie zijn wij geen voorstander. Omdat we al vrij vroeg naar 3,6 planten/m2 gaan, zitten we toch al laag in etmaaltemperaturen, zodat de besparing bij ons beperkt zou blijven. We hebben ook nagedacht over een dubbel schermdoek, maar wilden dat nog niet overhaast beslissen. Je hebt er extra onderhoud van, en je verliest toch licht met een extra schermpakket.”
Als er bijvoorbeeld veel kracht in de plant zit, gaan we de dag al snel wat verhogen
Vanaf startpunt bijsturen
Het startpunt voor de temperatuurinstelling is een nacht van 13,5 graden Celsius, die rond 04.00 uur omhoog gaat naar 17,5 graden. Om 09.00 uur wordt dat 19,5 graden. Om 15.00 uur wordt dan weer afgebouwd naar 18,5 graden, om vervolgens tussen 16.30 en 17.00 uur verder terug te gaan naar de nachttemperatuur van 13,5 graden Celsius. “Vanaf dat startpunt gaan we op ons gemak kijken hoe de plant erbij staat, en of we nog wat kunnen winnen door iets te gaan schuiven in die tijden. Als er bijvoorbeeld veel kracht in de plant zit, gaan we de dag al snel wat verhogen.”
Lichtafhankelijk sturen
De etmaaltemperatuur-sturing gebeurt sterk lichtafhankelijk. “We reageren daar snel op. Daarbij willen we een bepaalde kleur in de plant zien. Als we merken dat de plant energie over heeft, laten we hem dat overschot gelijk gebruiken. Uiteraard zonder te overdrijven en hem ‘leeg te zetten’. Heeft hij te weinig kleur, dan doen we juist snel rustig aan.”
Balans
“We kijken per dag heel adequaat of we bij moeten sturen. Ik geloof dat je de plant daarmee een soort efficiëntie aan kunt leren; hem een bepaalde balans aanleert.” De teler vergelijkt het met een tuinslang, die overal dezelfde dikte moet hebben om water optimaal effectief te kunnen transporteren. Zo wil hij de plant, binnen een beperkte bandbreedte, liefst altijd ergens in het midden laten functioneren tussen het helemaal ‘leeg’ en helemaal ‘vol’ staan.
Feromoon
Qua gewasbescherming twijfelt Oosterom nog of hij zal beginnen met een rondje Vertimec, uit zekerheid om galmijt de baas te blijven. Tegen Tuta absoluta gebruikt hij Isonet-T verwarrings-feromoon. “Eerst langs het pad en de gevels. Rond 1 april en in juli nog een keer volvelds. Daar kun je de verdere teelt dan wel mee uitzingen.” Deze strategie bevalt goed, want hij heeft al twee jaar geen Tuta meer gezien.
Auteur: Peter Visser