Als leverancier van zaden in de vollegrondsgroenteteelt heeft Bejo een assortiment van ruim 40 verschillende gewassen en meer dan 1000 rassen. Specifiek voor biologische teelt zijn wereldwijd ruim 35 gewassen en meer dan 170 rassen beschikbaar en die aantallen groeien.
Voor de Benelux-markt bestaat het biologische assortiment momenteel uit 31 gewassen en 77 rassen. Bejo streeft ernaar om voor elke gewascategorie minimaal één ras met biologisch zaad aan te bieden.
Een duurzame teelt met een hoge opbrengst, een uitzonderlijke productkwaliteit en uiteindelijk gezond en smakelijk voedsel; het begint allemaal met de beste biologische zaden van de beste rassen. In de jaren negentig behoorde Bejo tot de eerste veredelaars die ertoe overgingen om ‘biologisch’ volledig in hun activiteiten te integreren. In het decennium daarvoor raakte de wereld meer en meer doordrongen van het belang van duurzaamheid. Er kwam meer aandacht voor de impact van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen op het milieu en daardoor steeg de vraag naar biologische groenten.
Als familiebedrijf gelooft Bejo in deze duurzame aanpak voor de lange termijn en met de ontwikkeling van de biologische activiteiten kunnen ze verder bouwen op de brede genetische kennis, ervaring en infrastructuur die in de afgelopen eeuw binnen gangbaar zijn opgebouwd. De biologische manier van produceren blijkt ook voor de gangbare productie en veredeling leerzaam want robuuste rassen die ook onder druk van ziekte en plagen tot een goed eindproduct komen zijn voor zowel biologisch als gangbaar gewenst. En ook de warmwater- en stoomvacuümbehandeling bewijst zijn waarde als niet-chemische zaadontsmetting in zowel de biologische als gangbare zaadbehandeling.
Zaadveredeling bij Bejo
Veredelen voor biologische rassen betekent ook forse investeringen met als doel het ontwikkelen van rassen met een betere weerbaarheid en een hoge opbrengst en het produceren van zaden van hoge kwaliteit. Denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van resistente rassen. In de jaren ’80 kreeg Bejo een bron voor resistentie tegen valse meeldauw in handen, gevonden in een wilde ui. Veredelaars zagen de potentie. De schimmel (Peronospora destructor) kan immers veel schade aanrichten. Het resistente wilde ras werd meegenomen in de kruising- en selectieprogramma’s. Dat resulteerde in de jaren 2000 – na 20 jaar veredelen – in een eerste uienras met een hoge resistentie tegen valse meeldauw. Voor de biologische teelt was dat een belangrijke stap.
De veredelaars bij Bejo werken tegelijk voor zowel de biologische als de gangbare markt. Dat is logisch omdat beide markten vooruitgang nodig hebben voor dezelfde eigenschappen. Als je het met de juiste genetica kunt oplossen, hoef je geen chemische middelen in te zetten.
Resistenties en toleranties stapelen
Rassen worden waardevoller naarmate ze meer gezondheidseigenschappen combineren en dit betekent een opeenstapeling van zoveel mogelijk resistenties en toleranties voor schimmels, bacteriën en insecten. Daarnaast zijn ook andere eigenschappen nuttig zoals bijvoorbeeld vigour (groeikracht). Dit zorgt ervoor dat je gewas snel en uniform weggroeit met als resultaat dat je minder hoeft te beregenen of onkruid wieden en je gewas is beter bestand tegen hetere zomers.
Zaadproductie bij Bejo
De productie van kwalitatief hoogwaardig zaad is een intensief proces. De meeste gewassen zijn tweejarig, ze moeten de winter gezond doorkomen om in het tweede jaar te kunnen bloeien en zaad te vormen. Dat stelt bijzondere eisen aan de teelt en het gebied. Het klimaat is belangrijk. De winters mogen niet te streng zijn en er is wel voldoende koude inductie nodig om het gewas te laten schieten en daarna de juiste weersomstandigheden voor de bloei en bestuiving. Daarnaast bepalen ziektedruk en onkruid de kansen voor biologische zaadproductie. Insecten zijn de grootste vijand want een aantasting met luis of lygus kunnen een zaadproductie totaal vernietigen.
Ook moet de zaadteler rekening houden met de omgeving. Een niet-geplande kruisbestuiving moet immers worden voorkomen. Residuen van gewasbeschermingsmiddelen zijn ook een aandachtspunt. Biologisch zaad wordt streng gecontroleerd en de drempelwaardes zijn uiterst laag. De grond en de omgeving moeten schoon zijn. Een bespuiting op een perceel van de buren kan al funest zijn. Zelfs bij gebruik van natuurlijke middelen is het goed opletten, want de richtlijnen voor biologische teelt zijn niet overal hetzelfde.
Diverse productvormen
Groenten zijn pas echt biologisch als ze zijn geteeld met biologisch geproduceerd zaad. Dat is althans het uitgangspunt van de Europese richtlijn voor biologische landbouw. Hiervoor biedt Bejo organic zaad (OS). Dit zaad is biologisch geproduceerd, op natuurlijke wijze gedesinfecteerd, geschoond en gecoat, en goedgekeurd door de biologische certificeringsinstanties.
Voor veel gewassen is momenteel nog het gebruik van naturally cleaned and coated (NCC) zaad, conventioneel zaad zonder chemische behandelingen, toegestaan. Voor onder andere rode biet, wortel, brassica’s en bladgewassen kunnen telers nog kiezen tussen NCC-zaad of biologisch (organic) geproduceerd zaad.
Bejo blijft voor de gangbare markt op verzoek van de klant coatings met een chemische gewasbeschermingscomponent aanbieden. Een chemische coating bestaat in de basis uit dezelfde bestanddelen als de NCC- en biologische coating, maar bevat daarnaast een minimale hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen die de zaailing beschermen tegen schimmels in de bodem. Met deze coatings kunnen telers in de eerste weken na opkomst significant minder gewasbeschermingsmiddelen gebruiken in vergelijking met granulaat- of volveldsbespuitingen. Dit zaad heet cleaned and coated (CC) zaad. CC-zaad wordt, net als NCC-zaad, ook op natuurlijke wijze gedesinfecteerd en geschoond.
Alle Bejo-zaden (OS, NCC en CC) hebben zeer geavanceerde test-, reinigings-, dimensionerings-en kalibratiehandelingen ondergaan en kunnen verder worden verbeterd door bijvoorbeeld pilleren, coaten of primen inclusief B-Mox®.
Voordat een bepaalde kruising een nieuw ras wordt, is deze jarenlang intensief getest onder verschillende omstandigheden. Eén voorbeeld: voor allium zaait Bejo jaarlijks zo’n 46.000 plotjes uit in veredelingsproeven wereldwijd, voor zowel gangbaar als bio. Hier komen jaarlijks ongeveer 10 nieuwe rassen uit voort.
Een nieuw ras wordt pas geïntroduceerd als het toegevoegde waarde heeft op bepaalde eigenschappen en als het voor de rest minstens net zo goed presteert als bestaande rassen. Nieuwsgierig naar het Bejo biologisch zaadverhaal in beeld en geluid? Dat ziet u hier.