‘Bladgewas groeit nog wel, maar langzamer’

“Het gewas krijgt ongelijk water vanwege de oude regenleiding, waarvan sommige doppen door kalkaanslag ietwat verstopt zijn. De doppen moeten we schoonmaken of nieuwe erin zetten. Meer water geven kan niet, want dan wordt een gedeelte van het gewas te nat en krijgt de winterpostelein last van zwarte ‘pootjes’. En een product met een zwarte onderkant wil de handel niet.”

Omdat de teler de grond niet snel nodig heeft voor een volgende teelt, laat hij soms de kleine achterblijvende stukken nog een paar weken staan. De winterpostelein kan dan doorgroeien tot het oogstbaar is. De kwaliteit van de winterpostelein is goed.

Niet elke week meer zaaien

De bladgewassenteler heeft een enkele zwarte luis gezien. “Omdat dit maar een keer in één plant was en we daarna de zwarte luis niet meer hebben gezien, hebben we er ook niets tegen gedaan.”

Tot en met week 49 is er iedere week een kap van 100 m² winterpostelein gezaaid. Daarna pas na drie weken, omdat er anders in maart en april te weinig verschil in oogsttijd is. “Het loopt dan in elkaar en dan moeten we 10 kappen tegelijk oogsten. Dat is te veel voor een klein groentegewas. Bovendien komen er dan heel snel bloemetjes in. Deze winterpostelein is dan niet meer te verkopen.” Eind december zaait Buitendijk de laatste winterpostelein.

We kijken dan ook naar de prijs. Bij 20 cent per bosje selderij wachten we nog wel langer voordat we het oogsten

Selderij nog niet oogstbaar

De selderij was in week 48 nog te klein om te oogsten. In week 51 is het wel oogstbaar. “We kijken dan ook naar de prijs. Bij 20 cent per bosje wachten we nog wel langer voordat we het oogsten. Het groeit in deze tijd van het jaar toch niet hard”, vertelt Buitendijk.

Op een oppervlakte van 800 m² met selderij en peterselie komt winterpostelein op. “In maart dit jaar heeft daar postelein in bloei gestaan en zaad gevormd. Dat komt nu op tussen de selderij en peterselie en schrepelen we weg.”

Zwarte hartjes in peterselie

De teler is wel peterselie aan het oogsten. Hij ziet af en toe een zwart hartje. Deze moet er dan met bossen uit worden gehaald. “Het bossen gaat daardoor niet snel en is veel werk. De prijs is ook niet goed, maar we moeten wel oogsten vanwege de zwarte hartjes. Bij mistig en vochtig weer tast het anders de hele plant aan. We zitten er dus kort op. Als we zien dat het hartje gaat verkleuren, bossen we de peterselie snel weg.”

Wanneer dit niet aan de hand was geweest, had de teler de peterselie nog iets langer laten staan vanwege een lage prijs van 20 cent per bosje. Maar dat is nu niet mogelijk.

De kwaliteit is goed en valt niet tegen in deze tijd van het jaar waarin het gewas niet snel groeit

In winter minder raapstelen

Raapstelen worden het hele jaar door gezaaid. In de winter niet iedere week, maar om de 3 weken omdat er dan niet zoveel vraag naar dit product is.

Buitendijk: “De kwaliteit is goed en valt niet tegen in deze tijd van het jaar waarin het gewas niet snel groeit. Dan kun je meer problemen hebben dan wanneer het sneller groeit. Maar het gaat nu goed.”

Af en toe ziet de teler aan de hand van de gangetjes in het blad een mineerder. “Als het kouder is, hebben we daar steeds minder last van. Dat is ook het geval met aardvlooien, die we soms zien. Maar deze zijn bij lage temperaturen geen probleem.”

Bij vorst geen water geven

Als het niet vriest, worden eind januari weer boskroten gezaaid. “Bij vorst kunnen we geen water geven, omdat dan alle leidingen zijn afgetapt tegen bevriezing”, aldus de bladgewassenteler.

Zonder vorst zal er ook een proef van 1.000 m² peterselie worden gezaaid. “Zaaien is goedkoper dan planten. Alleen duurt de teelt langer voordat we kunnen oogsten. Daarom zaaien we vroeger. We kunnen dit doen, omdat we daar toch genoeg kasgrond voor hebben. Afhankelijk van het weer kunnen we in mei peterselie oogsten.” Het is wel een proef, omdat de teler wil kijken hoe een zaaisel in januari uitpakt. “Als de teelt te lang duurt, komt er namelijk schot in het gewas.”

Auteur: Harry Stijger