Het moet ergens rond het jaar 2000 geweest zijn dat wij nog gewoon en gelukkig leefden. We zaten elkaar niet op de lip en iedereen liet elkaar in zijn waarde. In de stad losten ze nog gewoon hun eigen problemen op en wij op het platteland waren gewoon … aanwezig.
Rond die tijd kon ik me niet indenken dat ‘de stad’ geïnteresseerd was in het achterland. Wij waren de boertjes van buuten, lichtelijk achtergesteld ten opzichte van de grachtengordel, maar dat was al zo sinds de invoering van de ‘Nederlandse Taal’ ergens rond het jaar 1900. Toen dachten de Hollandse stedelijke elites al dat wij plattelanders bijgeschaafd moesten worden door het ABN te leren, waarvan inmiddels in deze tijd gelukkig de B verdwenen is.
Menig conversatiepersoon die mij aansprak op mijn taalgebruik en daarbij de B liet vallen, mocht zich verheugen op een spervuur van mijn kant over de Nederlandse geschiedenis en dat ik mij door een elitair stelletje uit Haarlem niet als onbeschoft liet betitelen, omdat ik nou toevallig mijn eigen taal spreek.
Maar om nu door de grachtengordel als achterlijke boer weggezet te worden, omdat zij door de ‘vooruitgang’ die vervoer heet nu ineens hun territorium uitbreiden en óns buitengebied als hen achtertuin gaan beschouwen, nou daar pas ik toch voor
Achtertuin
Dat niet enkel de taal een stadsprobleem is, dat verbaast mij heden ten dage nog steeds. Ik wil mezelf wel beperken tot algemeen taalgebruik, omdat daarmee met de meeste mensen nou eenmaal makkelijker te communiceren valt en jullie weten dat ik graag ‘buurt’. Maar om nu door de grachtengordel als achterlijke boer weggezet te worden, omdat zij door de ‘vooruitgang’ die vervoer heet nu ineens hun territorium uitbreiden en óns buitengebied als hen achtertuin gaan beschouwen, nou daar pas ik toch voor.
Betere telers dan wij
Ik stel voor dat ieder zijn eigen problemen oplost. Dus, beste stedelingen, jullie trekken vanaf nu alle tegels uit de grond en gaan voortaan jullie eigen ‘voer’ verzorgen. Nee, geen tips and tricks. Gezien jullie communicatie in de afgelopen jaren zijn jullie veel betere telers dan wij, dus vooruit met die geit, trek jullie overalls aan, smeer de schoppen en schoffels, halveer jullie werktijden bij de baas of ga nog een stapje verder en maak voortaan je eigen ‘voer’. Jullie hebben nog geluk, want normaliter is het gras bij de buren altijd groener, maar die wijsheid gaat door al jullie eisen omtrent omzetting naar natuur op ons platteland al lang niet meer op.