‘Spruiten rijp genoeg om niet langzamer te plukken’

Een oorzaak was het aanhoudend warme weer, pas na het Spruitkoolplatform van 12 november is het langzaam afgekoeld. Die warmte zorgde ervoor dat alle rassen relatief snel groeiden, met een gulle stand tot gevolg, maar bij Marthe viel dat wel het meeste op, aldus Bos. “De spruiten zijn opvallend zacht gebleven, bijna als botersla. Je merkt dat in de schuur, de spruiten butsen makkelijk. In vorige jaren was dat aanzienlijk minder.”

Oogstschema rassen

Voor de komende periode staan de rassen Sofia, Cobelius, Trimtop, Staedia en Albarus op het programma. “Trimtop is nieuw voor ons. Ik ben benieuwd hoe dat gaat uitpakken. Het ras moet concurreren met Staedia en Sofia, die staan er goed bij. Trimtop is wat grateriger, dat valt op.” Bos signaleert verder dat door het vele licht en temperatuur de gewassen wat rijper zijn dan de bedoeling. “Vanuit dat oogpunt is het niet handig de pluksnelheid te verminderen”, merkt hij op.

Witte vlieg bron van zorg

De gevolgen van witte vlieg zijn ook nog wel een bron van zorg. “Dat geldt vooral voor de aprilplantingen die nog op het veld staan. Cobelius en Albarus zijn niet ongeschonden gebleven. Ik hoop dat het goed komt, voor nu moeten we het ermee doen.” Dan: “Alles is meestal nog wel te bestrijden, wel steeds vaker met kunst- en vliegwerk, maar witte vlieg dus niet.”

Zorgvuldig sorteren

Het betekent dat het sorteerwerk zorgvuldig moet gebeuren. Dat gebeurt met 3 à 4 personen, met een optische voorsorteerder en een Sproutcam (TechNature, Moerkapelle). “Die Sproutcam ziet bijvoorbeeld gele blaadjes zoals je die zelf ook waarneemt, en hangt daar dan een beoordeling aan. Ik werk er nu voor het derde seizoen mee, en ben er erg tevreden over.”

Beschikbaarheid personeel

Over de beschikbaarheid van personeel: “Dat komt nog wel op zijn pootjes terecht, maar als ik daarover nadenk voor de langere termijn, dan ben ik daar wat minder zeker over. We hebben een werknemer die al 15 jaar bij ons werkt. Hij heeft een groot netwerk, daar kan geen uitzendbureau tegenop.”

Auteur: Joost Stallen