In de afgelopen twintig jaar is onze kennis van de plantenbiologie exponentieel toegenomen. Dankzij de eveneens spectaculaire ontwikkelingen in de moleculaire genetica zijn we in staat planten genetisch te modificeren, zodat we gericht de activiteit van genen kunnen beïnvloeden en via remmen of stimuleren van specifieke genen de eigenschappen van de plant kunnen veranderen.
In het laboratorium kunnen we door middel van genetische modificatie betere planten maken die sneller groeien, een verhoogde ziekteresistentie hebben of beter bestand zijn tegen hitte, koude, droogte, verzilting of overstroming. Maar genetisch gemodificeerde organismen (gmo’s) mogen in Europa niet zomaar op commerciële schaal geteeld worden. Toelatingsprocedures voor gmo’s zijn zeer langdurig, uitgebreid en kostbaar. Je moet aantonen dat de gemodificeerde planten toegevoegde waarde hebben en vooral dat ze veilig zijn.
Zoeken naar dat ene zaadje
Veredelingsbedrijven maken vaak een omslachtige en tijdrovende omweg om de genen van interesse te veranderen. Zaad wordt bijvoorbeeld behandeld met een mutagene stof, waardoor heel kleine mutaties in het DNA ontstaan. Daarna is het zoeken naar dat ene zaadje, waar (één van) de puntmutaties in het gen van interesse zit. Dergelijke puntmutaties worden niet gezien als gmo, maar worden gelijkgesteld aan natuurlijke (spontane) mutaties, wat de toelating sterk vergemakkelijkt.
Sinds enige tijd is er een nieuwe techniek – Crispr-Cas – waarmee we veel sneller en efficiënter en vooral heel nauwkeurig puntmutaties in het DNA kunnen aanbrengen. Een soort upgrade van de zaadbehandelingsmethode: preciezer en voorspelbaarder. Tot op heden vallen in Europa Crispr-Cas planten onder de strenge gmo-wetgeving. De verwachting is dat dit niet lang meer houdbaar is, omdat er geen goede argumenten voor zijn en de techniek in veel andere landen (VS, China, Canada) al vrijgesteld is.
Crispr-Cas kan de doorbraak zijn
Er is wereldwijd een toenemende vraag naar voedsel, terwijl tegelijkertijd door klimaatverandering de voedselzekerheid sterk onder druk staat. Crispr-Cas kan, als we een beetje vaart maken, de doorbraak zijn om het tij te keren. Een geweldige kans ook om de opgebouwde academische kennis versneld in bruikbare producten om te zetten. Natuurlijk zijn er nog wat probleempjes met patenten en licenties op te lossen, zodat de verbeterde planten ook snel beschikbaar komen voor ontwikkelingslanden.