Doorgaan naar artikel

Telers in de knel door middelenverbod

Moet een groot deel van de Europese telers het vanaf 2030 doen zonder gewasbeschermingsmiddelen? Als de voorstellen van de Europese Commissie overeind blijven, lijkt het daarop. Het goede nieuws: het huidige plan is politiek onhaalbaar. Maar wat blijft ervan over?

In een groot deel van Europa is vanaf 2030 geen gebruik van gewasbeschermingsmiddelen meer mogelijk. Het lijkt een idee van een milieuactiegroep, maar het komt uit de koker van de Europese Commissie. Pas langzamerhand begint door te dringen welk plan er op de Brusselse burelen is bedacht en welke dramatische gevolgen er uit kunnen voortvloeien.

Het plan om het middelengebruik in grote delen van Europa (waaronder mogelijk geheel Nederland) te verbieden, komt uit het voorstel voor het duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. De aanpassing van het gewasbeschermingsmiddelenbeleid vloeit voort uit de Boer-tot-Bordstrategie uit 2020. In dat plan werd aangekondigd dat het gewasbeschermingsmiddelengebruik in tien jaar (tot 2030) moet worden gehalveerd. Hoe dat zou moeten gebeuren, was de vraag. De Europese Commissie deed er meer dan twee jaar over om met wetsvoorstellen te komen.

Dit gaat over de gezondheid van onze burgers en van onze planeet

Op de dag van de presentatie gaf EU-commissaris Stella Kyriakides (Gezondheid en Voedselveiligheid) aan dat gewasbeschermingsmiddelengebruik zou moeten worden uitgebannen in stedelijk gebied, speeltuinen, parken en natuurgebieden. De Europees commissaris sprak mooie woorden over wat haar inzet was: gezonde lucht, schoon water, voldoende voedsel, een florerende natuur. “Dit gaat over de gezondheid van onze burgers en van onze planeet”, stelde Kyriakides.

“En”, zei Kyriakides erbij, “dit vraagt met name inspanningen van onze boeren. Niemand wordt achtergelaten. We zetten voor het eerst een uitzonderlijke stap om boeren financieel te steunen om deze transitie te kunnen meemaken. We zullen boeren financieel steunen bij elke stap van de transitie de komende vijf jaar.” Die financiële ondersteuning moest wel komen uit het geld voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), zei ze.

De politieke molen in

Toen de voorstellen van de Europese Commissie op tafel kwamen, waren die consequenties verre van duidelijk. En nu de interpretatie van de wetsteksten wordt uitgelegd, worden de contouren langzamerhand zichtbaar. Het gewasbeschermingsplan van Kyriakides ging, zoals dat met voorstellen van de Europese Commissie gaat, de politieke molen in. Zowel het Europees Parlement als de lidstaten kregen de stukken toegestuurd en moeten hun oordeel daarover vellen.

Ondertussen is de EU-koepel van landbouworganisaties en coöperaties (Copa-Cogeca) al in de pen geklommen tegen de voorstellen. De boerenorganisaties zien het belang van een vermindering van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Maar, stelde Copa-Cogeca, de ambities van de Europese Unie gaan veel verder dan kan worden waargemaakt als je kijkt naar de beschikbaarheid van effectieve alternatieven. De toelating van alternatieve gewasbeschermingsmiddelen gaat veel te traag, en tegelijk is de regelgeving niet up-to-date om nieuwe technologieën te kunnen toepassen.

Eerste reactie kabinet positief

Het kabinet in Nederland ging ervan uit dat met het Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie Gewasbescherming 2030 een groot deel van de Europese ambities was afgedekt. In een eerste kabinetsreactie van minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) schreef het kabinet op 15 juli ‘op zich positief’ te staan tegenover het verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in ‘gevoelige’ gebieden. Het kabinet stelde dat er uitzonderingen mogelijk zouden moeten zijn voor bijvoorbeeld de glastuinbouw, ‘of andere situaties waarin verwaaiing of afspoeling vanaf het landbouwperceel naar het milieu niet kan plaatsvinden’.

Al die genuanceerde kritische opmerkingen kwamen op 11 en 12 oktober in een geheel ander daglicht te staan. Toen spraken hoge ambtenaren van de verschillende lidstaten in twee sessies over het voorstel voor het duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Op dinsdag 11 oktober legde een ambtenaar van de Europese Commissie uit wat er zou moeten worden verstaan onder ‘gevoelige’ gebieden, waar het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen niet langer zou zijn toegestaan. Pas toen bleek hoe vér de voorstellen gaan.

‘Gevoelig’ gebied

Op de vraag welke gebieden nu als ‘gevoelig’ moesten worden aangemerkt, wees de Europese Commissie niet alleen bebouwd gebied aan, en parken en natuurgebieden. Nee, zei de Europese Commissie, alle nitraatgevoelige gebieden volgens de Nitraatrichtlijn zouden ook als ‘gevoelig’ gebied kunnen worden aangewezen. Consequentie: het middelengebruik wordt verboden in heel Nederland, heel Finland, heel Duitsland, heel Denemarken, heel Polen, heel Vlaanderen en in grote delen van andere lidstaten.

Bij de vertegenwoordigers van de lidstaten vielen de oren van het hoofd. Ze wisten niet wat ze hoorden. De meeste lidstaten gaven aan dat de beperkingen die de Europese Commissie wil opleggen ‘feitelijk betekent dat er geen enkele vorm van landbouw in ‘gevoelige’ gebieden mogelijk is’, aldus landbouwminister Piet Adema, die openhartig communiceerde over de bijeenkomst van ambtenaren

Geen uitzondering biologische middelen

Wie denkt dat er een uitzondering zou worden gemaakt voor de biologische land- en tuinbouw, komt bedrogen uit. Ook het gebruik van biologische middelen is in kwetsbare gebieden niet toegestaan in de huidige interpretatie van de voorstellen. Een woordvoerder van minister Adema zegt daarover dat nu binnen de biologische landbouw weliswaar geen chemische synthetische gewasbeschermingsmiddelen mogen worden gebruikt, maar wel een aantal natuurlijke middelen. Het gebruik van die natuurlijke middelen zou in de huidige voorstellen niet meer zijn toegestaan.

Het plan van de Europese Commissie ondervindt grote weerstand bij de lidstaten. De definitie van ‘gevoelige’ gebieden moet worden aangepast, want wat er nu ligt is onacceptabel voor een groot deel van de lidstaten. De voorstellen lijken in de huidige vorm geen meerderheid te krijgen. Inmiddels zwelt in het Europees Parlement de kritiek aan. Dat de Commissievoorstellen ongeschonden het parlement doorkomen, is ondenkbaar, maar daar is wel politieke druk voor nodig. CDA’er Esther de Lange stelde al vragen aan de Europese Commissie. Binnen haar fractie kan het voorstel niet op steun rekenen. “De Europese Volkspartij vindt het voorstel in zijn huidige vorm niet verdedigbaar, gezien de verwachte impact op de voedselzekerheid”, zegt ze.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin