Percelen weersbestendiger maken, kan op verschillende manieren. De bodem en de grond aanpakken is er één daarvan. Neemt de populariteit ervan toe nu droogtes langer aanhouden en hoosbuien vaker voorkomen?
De bodem vormt de basis voor alle open teelten en bepaalt het opbrengstpotentieel. Maar bodem en opbrengstpotentie staan onder druk, letterlijk. Volgens onderzoek van Wageningen Universiteit & Research (WUR) heeft minimaal 45% van de Nederlandse bodems te maken met ondergrondverdichting (zie kader onderaan dit artikel). Welke maatregelen nuttig en haalbaar zijn om ondergrondverdichting te lijf te gaan, hangt af van de omstandigheden. Bovenover rijden tijdens het ploegen en het beperken van wiellasten tijdens bemesten en oogsten, vormen een goede start. Woelen daarentegen kan de resterende structuur juist onherstelbaar beschadigen en leidt er bovendien toe dat regelmatig woelen noodzakelijk wordt, geeft WUR aan. Met name in bepaalde delen van Flevoland is diepploegen een optie.
Aanpakken bodem met diepploeg
Volgens Steven Visser, projectcoördinator bij Van Werven Agro dat gespecialiseerd is in diepploegen, zijn vruchtbaarheid en bewerkbaarheid de belangrijkste redenen om te kiezen voor diepploegen. “Diepploegen is net als ‘gewoon’ ploegen, keren van grond. Je haalt er een diepliggender laag mee naar boven. Vaak is dat een humeuze laag, maar het kan ook een laag met lichtere klei en zelfs een zandlaag zijn. De uitgeputte bovenlaag verdwijnt diep in de ploegvoor. Wij kunnen diepploegen tot 1,60 meter diep in stappen van 10 centimeter. De opbouw van het bodemprofiel en het doel van de bewerking bepalen de precieze ploegdiepte.” Lees meer hierover onderaan dit artikel.
Niet elk perceel leent zich om te diepploegen
In 2015 was in Flevoland in totaal 3.000 tot 3.500 hectare gediepploegd, dat is 3 tot 3,5% van het totale landbouwareaal in die provincie. Visser: “Lang niet elk perceel leent zich echter om te diepploegen en wij kunnen ook niet elk perceel diepploegen. Je kunt zelfs op straatniveau aangeven waar het wel en niet kan. Rond de Lisdoddeweg in Lelystad bijvoorbeeld, zit een humeuze onderlaag die je boven kunt ploegen, terwijl er rond de Rietweg in Dronten juist een minder dikke humeuze onderlaag zit. Daar ploeg je zand boven dat je kunt mengen met klei om de afslibbaarheid te verlagen zodat de bewerkbaarheid toeneemt.”
Kosten diepploegen grofweg € 1.000 tot € 3.000 per hectare
Visser vervolgt: “Grofweg diepploegen wij tussen Dronten en vliegveld Lelystad en ik denk dat we de meeste percelen die te diepploegen zijn ondertussen wel hebben gehad. Het komt inmiddels ook voor dat we percelen een tweede keer diepploegen. Dat is dan vaak dieper om goede grondlagen die in het verleden niet bereikt zijn, alsnog boven te ploegen. Diepploegen kost bij ons grofweg tussen € 1.000 en € 3.000 per hectare, maar de precieze kosten variëren uiteindelijk sterk. En afhankelijk van de diepte waarop we ploegen, moet je er rekening mee houden dat je drainagebuizen opnieuw aan moet laten leggen.”
Kilveren prima ‘weersverzekering’
Veranderende weersomstandigheden, met name extreem veel neerslag in hele korte tijd, zorgen in verschillende regio’s voor meer interesse in kilveren. Dat merkt ook Loonbedrijf Hendriks in Rutten (Fl.), gespecialiseerd in kilveren. Wicher Hendriks: “Er ontstaan lage plekken op percelen en daar staan gewassen minder goed en is de opbrengst lager. Door te kilveren kun je zo’n perceel weer vlakleggen zodat gewassen weer egaal worden. Ik merk een toenemende interesse vanuit de Flevopolder omdat percelen daar nu ook minder vlak worden. Kopakkers hogen zich toch altijd wat op door grondbewerkingen en rooien.”
Kosten kilveren tussen € 200 en € 400 per hectare
Hendriks merkt dat de grote hoogteverschillen van wel 20 centimeter met dito afschot niet veel meer voorkomen. “Dat verschilt natuurlijk van regio tot regio en van perceel tot perceel maar hier in de Noordoostpolder leg ik 300 meter lange percelen nu weg als dakprofiel met 5 centimeter afschot op 150 meter. Dat voorkomt afspoeling bij hoosbuien en geeft water de tijd te infiltreren en te draineren. Ook tijdens beregenen. Wat dat betreft is kilveren een prima ‘weersverzekering’ en nog een voordelige ook.” Hendriks kilvert vaak na de oogst van tulpen en uien en doet dat op zware grond bij voorkeur tussen half juni en eind oktober. Vanwege 1 op 6 bouwplannen kilvert hij veel percelen daarbij eens in de zes jaar. “Slempgevoelige percelen kun je het beste eens per vier of zes jaar kilveren. Dan verdeelt de neerslag zich het mooist. De kosten liggen tussen € 200 en € 400 per hectare afhankelijk van de benodigde werkzaamheden.”
Teler kilvert vaker zelf
Nut, noodzaak en regelmaat van kilveren worden ook door steeds meer akkerbouwers ingezien, zegt Dirk Hardeman van Hardeman Machines in Ede (Gld.). Hardeman is fabrikant van onder meer Harcon-kilverborden. “Voorheen werd er een keer een zandkop weg gekilverd door de loonwerker. Nu willen telers steeds vaker jaarlijks hun percelen vlakken. Daarvoor willen ze echter niet afhankelijk zijn van een loonwerker. Bovendien heeft iedere akkerbouwer wel een gps-systeem en dan is een laser voor nauwkeurige hoogtebepaling tijdens het kilveren een relatief beperkte investering.”
Bert Timmermans van Maatschap Timmermans uit Aardenburg (Zld.) is zo’n akkerbouwer die kilvert om zijn percelen weersbestendiger te maken. “Wij nemen verschillende maatregelen om risico’s als gevolg van weersveranderingen te beperken en het teeltrendement te waarborgen of te vergroten. Toenemende kostprijzen spelen daar zeker ook een rol in. Zo proberen we plasvorming onder andere te voorkomen middels kilveren. Vanwege het krekenlandschap kunnen we echter alles niet zomaar vlak leggen. We dienen rekening te houden met het natuurlijk reliëf. Een bult is niet erg, een put wel. Wij kilveren liever zelf omdat wij onze percelen het beste kennen en omdat kilveren sterk weersafhankelijk is. Nu kunnen we het uitvoeren wanneer wij dat willen.”
Bodem aanpakken: ‘Minder impact van droogte’
Behalve met kilveren, bereidt Timmermans zijn bedrijf ook voor op droge en natte perioden met onder meer VF-banden met drukwissel, rupsonderstellen en peilgestuurde drainage. “Je moet flexibel blijven als boer en ik vind dat je hele mindset gericht moet zijn op de bodem. Zo hebben wij op een aantal percelen peilgestuurde drainage zodat we een iets hoger waterpeil kunnen handhaven en meer water kunnen vasthouden. Dat wordt steeds belangrijker. De maatregelen die wij nemen resulteren in een hoger opbrengstpotentieel als gevolg van minder wateroverlast en vooral minder impact van droogte.”
Inflatie beïnvloedt vraag naar drainage
Bij Combi Drain, een drainagespecialist gevestigd in onder meer Assen (Dr.) en Uithuizen (Gr.), merken ze dat de hoge prijzen voor onder meer brandstof, kunstmest en pootgoed hun weerslag hebben op de interesse in het aanleggen of vernieuwen van drainage. “Wij leggen nu duidelijk minder drainage aan dan enkele jaren geleden”, zegt eigenaar Willem Noordhoek.
“Peilgestuurde drainage is daarentegen wel in opgang. Boeren willen het water tegenwoordig zoveel mogelijk vasthouden. Bestaande drainage is in veel gevallen met een hoofdbuis en putten peilgestuurd te maken, maar vaak wordt het aangegrepen om nieuwe drainage aan te laten leggen. En met zo’n systeem kun je ook subirrigeren ofwel water via drainagebuizen aanvoeren in plaats van afvoeren. De grond moet het hoe dan ook wel toelaten. Op percelen met grote hoogteverschillen is gebleken dat peilgestuurde drainage niet werkt.”
Drainagebedrijf Doornwaard in Grafhorst (Ov.) ervaart in haar werkgebied dat de vraag naar zowel peilgestuurde drainage als gewone drainage constant is.
Zanddrains bij verstorende laag
Wanneer er sprake is van een verstorende en voor water ondoordringbare laag in de bodem, kunnen zanddrains een oplossing zijn. Noordhoek: “Normaal gezien komt twee derde van het water in de drainagebuizen van onderen en een derde van boven. Bij een storende laag zoals leem- of veengrond, werkt dat als vijverfolie dat het water tegenhoudt. Die laag doorbreken we dan met een kettinggraver en vullen de sleuven (gedeeltelijk) af met drainagezand. Het water kan dan over of onderlangs de storende laag naar de drainagebuizen stromen. De aanwezigheid van storende lagen is sterk regionaal gebonden, maar we hebben over het algemeen goede ervaringen met zanddrains.”
Tot nader order geldt voor omgekeerde, onderwater- of peilgestuurde drainage 36% Milieu-investeringsaftrek (MIA) en 75% Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil).