“Op grote bedrijven heb je rust, reinheid en regelmaat nodig.”
“De planten hebben de afgelopen weken veel gelost en dat was ook hard nodig”, zegt Jan Zeinstra van Greenhouse Dili in Berlikum. Bovenin de plant (vleestomatenras Rebelski) begon de hoge plantbelasting zijn sporen achter te laten en er ontstonden wat bladpuntjes. “We hebben vanaf week 26 zelfs vier trossen op 3 vruchten gesnoeid, terwijl we alles op vier wilden houden. Maar ja, er hing op een gegeven moment 8 kilo vruchten aan iedere stengel. De langere draadhaken trokken zelfs krom.” Daaruit moet niet de conclusie getrokken worden dat Rebelski zo’n enorm productieras is. “Het is beslist geen topper in de productie, maar die grove, geribde authentieke vleestomaten zien eruit als schilderijen.” In productie loopt hij inmiddels 1,7 kilo per vierkante meter achter op vorig jaar, maar dat is ongeveer de landelijke trend.
Zetting weer spontaan
De plantbelasting is nu gedaald van 64 naar 54 vruchten per vierkante meter met een gemiddeld oogstgewicht van 265 gram. Het effect van het snoeien en lossen begint zichtbaar te worden. “De groei is terug, de zetting is spontaan en regelmatig en er zit weer een frisgroene glans op het blad. We hebben steeds mooie uitgegroeide vruchten gehouden. Anders waren het waarschijnlijk pepernoten geworden.”
De bladpuntjes drogen mooi op en op het gebied van Botrytis is het heel rustig, mede door nauwkeurig bladsnijden. Er zitten nog 17 tot 18 bladeren aan iedere stengel. “Met een plantdichtheid van twee stengels per vierkante meter moet je voldoende blad houden voor als het toch nog zomer wordt.”
Luchtig telen
Zeinstra probeer het dag zo luchtig mogelijk te beginnen en het vocht zo snel mogelijk uit de kas te laten. Vanuit een nanacht van 17,5 graden gaat de ingestelde temperatuur om 7 uur naar 17 graden. Tussen 11 uur en 17 uur bouwt hij de kastemperatuur onder invloed van licht op naar maximaal 26 tot 27 graden. Om 19.30 uur gaat de voornacht in van 15,5 graden die tot 4 uur wordt aangehouden.
Boven een rv van 75 procent staat er altijd een minimumbuis in. Tussen 8 en 19 uur doseert hij CO2 uit de wkk’s. Met de ramen open haalt hij meestal een CO2-concentratie van 550 ppm. Bij 800 ppm gaat de unit uit. “Ik speel met het inzetten van twee van de drie wkk’s om het kostenplaatje zo optimaal mogelijk te maken.”
Zuinig op ervaren werknemers
Het gewaswerk is iedere week standaard: clippen, zakken, dieven en bladsnijden. Opmerkelijk is dat hij op zijn bedrijf geen scholieren heeft lopen. “Op grote bedrijven heb je rust, reinheid en regelmaat nodig. Bij de trostomaten heb ik het meeste werk uitbesteed. Als ik het oogsten door scholieren laat doen raak ik die trouwe, ervaren Polen kwijt en dat wil ik niet. Als je voor deze kostprijs nog niet kan werken, moet je maar eens goed in de spiegel kijken.”
Macrolophus op niveau
In de gewasbescherming gaat het goed. “Wittevlieg is geen item meer. Macrolophus zit er bovenop, al is hij wel later dan andere jaren.” In week 28 heeft Zeinstra een keer tegen rupsen gespoten met het nieuwe middel Altacor. “Dat werkt aardig, ook tegen mineervlieg. Maar ik verwacht dat Macrolophus vanaf nu de vlindereieren gaat eten.”
Bron: Groenten & Fruit – Auteur: Gerard Boonekamp