‘Steeds meer last van Sclerotinia in ijsbergsla’

In de allerlaatste dagen van oktober oogst Toine van Oorschot in Rijsbergen ook zijn allerlaatste ijsbergsla. Het ras is Gondar.

“Nee, ze staan niet goed, wat ze zijn ongelijk en er zit smet in, door de neerslag en de hoge temperaturen die we gehad hebben.” Ze werden op het laatst nog afgedekt tegen nachtvorst. “Dat was meer onder het motto ‘redden wat er nog te redden valt’.” Van valse meeldauw is geen sprake geweest. “We hebben de najaarsplantingen een keer behandeld met Folio Gold en regelmatig bladbemestingen met kalifosfiet uitgevoerd.”



Vrij goed seizoen

Hoewel het staartje van het seizoen dus wat minder is, toont Van Oorschot zich over het hele seizoen bekeken tevreden. “Het was een redelijk goed seizoen met een prima start. We hebben een hoog slagingspercentage gehaald en dan kan het ook nog uit in perioden dat de prijs wat minder is.” In de zomer is hem het ras Templin wel wat tegengevallen door binnenrand. “Er was in die periode wel sprake van explosieve groei en daar zie je dan daarna de negatieve gevolgen van. Maar collega’s hadden op dat moment andere rassen staan en die hadden daar veel minder last van.”



Andere percelen

Voor het nieuwe seizoen staan voor Van Oorschot twee zaken vast. “We gaan de rassenkeuze wat aanpassen en we gaan op zoek naar andere percelen. Ik zie toch dat we op de percelen waar we al langer ijsbergsla telen steeds meer last krijgen van Sclerotinia. Natuurlijk spelen de weersomstandigheden ook een rol, maar de tendens is voor mij duidelijk. We gebruiken al zeven jaar Contans en hebben het op meerdere manieren toegepast, maar ik zie er geen enkel effect van. Het is in mijn ogen weggegooid geld.”