Ook na hoger beroep heeft een tuinbouwmedewerker geen recht op een uitkering uit de ziektewet (ZW).
In hoger beroep kon de medewerker niet onderbouwen dat zijn nekklachten chronisch waren. In 2009 was de medewerker in het westen van het land werkzaam op een tuin, maar meldde zich ziek in augustus. Bijna een jaar later besloot het UWV dat de medewerker geen recht had op een ziektewetuitkering en dat hij geschikt was voor werk in de tuin. De medewerker diende bezwaar in en stapte naar de rechtbank toen dat bezwaar werd afgewezen. Ook de rechter oordeelde dat het UWV zorgvuldig de medische bevinding van specialisten had opgevolgd. De medewerker stelde bij de behandeling echter dat het UWV zijn beperking onderschat. Daarbij diende hij een brief in van een geraadpleegde neuroloog, maar de Raad van Beroep oordeelde dat die brief geen aanleiding voor een diagnose van een chronische aandoening.