“Tot vijf weken geleden liep alles heel voorspoedig maar Botrytis is daarna wel heel extreem toegenomen”, zegt Corné Zwinkels van tomatenbedrijf Arkse in Tinte.
Heel veel telers hebben hier dit najaar last van, ziet hij om zich heen. “De periode van eind juli tot half september hebben we erg wisselend weer gehad. Na lange perioden met donker weer kreeg je soms ineens een knallende zon erop. Ik denk dat daar het begin van het probleem ligt.” Hij zelf heeft hier en daar een ‘zoutje’ langs het betonpad gezien. Niet veel, maar het geeft wel aan dat de balans verstoord is geweest.
Rustig op kleur laten komen
Ondanks de uitval door Botrytis verwacht Zwinkels wel het productiedoel van 66 kilo per vierkante meter gehaald te hebben als hij eind deze week de laatste trossen geknipt heeft. Ook de laatste twee trossen zijn prima van kwaliteit. “Achteraf had ik misschien de hommels wel drie dagen eerder moeten weghalen want niet alle laatste trossen zijn volledig volgroeid. Door het donkere weer ging het uitdikken langzamer.”
De laatste weken houdt hij een etmaaltemperatuur aan van 18 graden met een voornacht van 16 graden, een nanacht van 17,5 graden en overdag een temperatuur van 18,5 tot 19 graden die bij zon wat mag oplopen. “De trossen moeten rustig op kleur kunnen komen.” Het scherm ligt een groot deel van het etmaal dicht, maar is tussen 10.30 en 14.30 uur altijd open. “Het gewas moet nog wel kunnen verdampen.” De watergift is minimaal en wordt dagelijks in de gaten gehouden met een handmeter. “De weegschalen zijn niet betrouwbaar meer als er planten doodgaan. Maar hoe goed je ook meet, eigenlijk geef je altijd te veel water in deze periode, door de ongelijkheid van de matten.”
Vijf planten met OWG
Qua ziekten en plagen eindigt de teelt redelijk schoon. “Macrolophus heeft het tot het eind goed volgehouden maar we zagen wittevlieg toch toenemen en hebben een keer met Oberon gespoten.”
Tot dit jaar hadden de gebroeders Zwinkels nog geen overmatige wortelgroei gevonden maar nu is het toch raak, al blijft het beperkt tot vijf planten. “We zijn daarom overgestapt op constant meedruppelen van waterstofperoxide. Tot nu toe deden we dat alleen bij de laatste druppelbeurt zodat het ’s nachts reageert in de leidingen en voor de eerste druppelbeurt is uitgewerkt.”
Bij de teeltwisseling krijgt het hele bedrijf een goede schoonmaakbeurt. “Als je eenmaal een aantasting van virussen of bacteriën hebt gehad, ga je er anders over nadenken. Wij doen dit zo goed mogelijk maar er blijven altijd verbeterpuntjes. Zo geven we dit jaar extra aandacht aan de schuur en het erf en letten we er extra op dat de ontsmettingsmat geen besmettingsmat wordt.”
Bij geënt-getopte planten gelijkere waterstromen
De stekers worden van de druppelslangen gehaald en een paar weken in salpeterzuur gezet. Ook de rest van het watergeefcircuit en de silo’s worden met zuur schoon gemaakt. Het glas wordt met een fluorproduct schoongemaakt. De kas wordt twee maal ontsmet met een jetfog. Eerst met formaline en net voor het planten met perazijnzuur. “Daarmee loop je geen risico op wortelschade.”
Op 19 november worden de planten voor volgend seizoen gezaaid. Zwinkels kiest opnieuw voor het grove trostomatenras Merlice. Wel schakelt hij over op geënt-getopte planten (was 1-op-1). Dat is niet alleen goedkoper (meer potten maar minder enten) maar geeft ook een betere waterverdeling in de mat, verwacht hij. “Bij 1-op-1 staan er twee potten op de mat met een steker ertussen die rechtstreeks op de mat staat. Doordat hij dieper staat krijgt je andere waterstromen en valse drain. Bij geënt-getopte planten staan de planten op een afstand van 50 centimeter en staan alle stekers op een pot.”