Tot 2030 moeten we van de VN onze voedselverspilling halveren. Kunnen we dat zelf of moet de overheid het regelen?
Het is deze week de Verspillingsvrije Week. In Nederland verspillen consumenten per jaar per hoofd van de bevolking 34,3 kilo voedsel. En de categorie agf is goed voor meer dan een kwart daarvan. Die 34,3 kilo per persoon is nog maar een derde tot een kwart van het totale voedselverlies. Want ook wat telers allemaal wel oogsten maar niet afzetten in de ketens, die leiden tot menselijke consumptie telt mee. En natuurlijk ook wat wel de keten in gaat, maar de consument niet bereikt.
Maar we doen nu juist ouderwets zuinig
Het thema voedselverspilling lijkt minder relevant in een tijd dat iedereen weer ouderwets zuinig aan doet omdat alles duurder is en bij menigeen de bodem van de portemonnee in zicht komt. Maar toch wordt er her en der in Europa gewerkt aan wetgeving, die bedrijven verplicht tot volledige transparantie over hun verspilling.
Verplichte prioritering van overschotten
Greetje Zeegers van de veelgeprezen app Too Good To Go, die bedrijven in de voedselketen en consumenten samenbrengt om overschotten weg te werken voor ze écht niet goed meer zijn, breekt vandaag in Trouw een lans voor zulk strenger overheidsbeleid. Behalve verplicht meten en verplicht rapporteren, kan daar ook een verplichte prioritering onder vallen van wat te doen met overschotten: eerst preventie, dan herverdeling – denk aan voedselbanken, of misschien wel systemen als Too Good To Go zelf? – en in het laatste geval pas veevoer, composteren of omzetten in biogas en biomassa.
Vrije markt versus alles reguleren
In landen als Frankrijk, Italië, Spanje, Oostenrijk en Groot-Brittannië zijn of worden al stappen gezet, volgens Zeegers. Nederland doet dat nog niet, maar zou dat wel moeten. Dit debat is het zoveelste voorbeeld van vertrouwen op de vrije markt versus wijzen naar de overheid die alles moet regelen.
Op een echt vrije markt stoppen mensen vanzelf met gedrag dat ze te veel kost. Moeten werken en leven onder een overheid die álles dwingend regelt is een regelrechte hel. De praktijk kent – gelukkig – alleen mengvormen tussen die twee uitersten. Dan eens neigen we meer naar ‘vrijheid’, dan eens meer naar ‘geregeld’. In het geval van voedselverspilling lijkt me nu een beweging in de richting overheidsdwang te ver gaan.
Verspilling van overheidsinzet
Ook met zachtere maatschappelijke druk blijkt immers een op zich al tamelijk efficiënte keten nog verder te verbeteren. Er bestaat ook zoiets als verspilling van de capaciteit van ons overheidsapparaat.