We vallen van de ene verbazing in de andere. Zo dacht ik dat we een regering hadden die er was voor ondernemend Nederland, maar daar geloof ik nu helemaal niet meer in.
Kijk om je heen wat er gebeurt in de agrarische wereld. Boeren worden opgejaagd als loslopend wild, o, sorry, nee, dáár zijn we nog zuiniger op: wolven zijn beschermd en ondertussen de hazen in onze provincie ook, om over ganzen maar te zwijgen. En onze energieprijzen rijzen de pan uit en zijn voor tuinders niet meer te betalen. En als klap op de vuurpijl gaat de regering roepen dat alle salarissen omhoog moeten, anders komen onze werknemers in de problemen. En wat doet het kabinet zelf? Werkgevers los het maar op. En kunnen wij een hogere prijs vragen? Natuurlijk proberen we dat, maar dat valt zeker niet mee.
Geen beloning voor extra werken
Ik ben grootgebracht met ‘niet zeuren, maar werken’. Maar daar zit nu juist de kneep: als je wat tekort kwam, werkte je wat langer of iets meer. Dan kwam er ook iets meer binnen. Maar dat gaat tegenwoordig niet meer op. Werk je meer, dan moet onze belastingdienst daar het grootste deel van hebben, dus een stuk minder aantrekkelijk. Spaar je als werknemer te veel vakantie op en wil je dit laten uitbetalen, mag je ook het grootste deel daar brengen, dus extra werken wordt niet altijd meer beloond. En dat is jammer, zeker in een tijd waarin personeel schaars is en je mensen best graag een uurtje meer willen maken.
We gaan een lastige en dure tijd tegemoet, vol droogte en schaarste
We zijn ondertussen van het nijvere volkje naar te veel deeltijdbanen gegaan. Het is zo Prinsjesdag, maar ik zie er met tegenzin naar uit.
Na de coronacrisis hadden we gehoopt op betere tijden. Maar we gaan een lastige en dure tijd tegemoet, vol droogte en schaarste, maar met voor de telers prijzen die de snelheid niet bij kunnen houden. Ik hoop dat ik het mis heb, maar dit keer is het glas niet half vol.