Nederlandse leveranciers van tuinbouwtechniek en uitgangsmateriaal richten zich bij buitenlandse handelsmissies vaak op een te hoog segment van de markt.
Dat zegt Paulien Dirkzwager, manager internationale handel bij de Kamer van Koophandel Den Haag. Ze begeleidde veel tuinbouwmissies en draait deze week haar laatste naar Australië om duurzame glastuinbouw te promoten. “In al onze missies promoten we hightech dit en toptech dat. Goede zaak, maar we vergeten lowtech. In de opkomende economiën is het beter die kleine boer of tuinder bij de hand te nemen en hem zo steeds beter zijn werk te laten doen. In China ben ik door een kas gelopen die bestond uit leem en plastic. En dat werkte ook voor hen. Wij komen met een Ferrari aan, terwijl een Fiat voldoende is. Later als het land zich verder ontwikkelt, kunnen we de hightech gaan promoten.” Dirkzwager zegt dat in een nog te verschijnen uitgave van Leven en Trend, uitgegeven door een producent van schermdoeken.
Nederland heeft een sterke positie op de internationale markt voor toeleveranciers, maar moet concurrentie toestaan uit Israël. “Als het om de kwaliteit van producten gaat, is Nederland nog steeds de absolute top. Op prijs kunnen we het niet winnen, wel op kwaliteit. Concurrentie is er wel. Zo is Israel actief met kwalitatief weliswaar mindere producten, maar wel voor een lagere prijs. Nederland kan alleen door innovatie de voorsprong behouden. Het buitenland moet ervan overtuigd blijven dat je voor een maximale opbrengst en optimale kwaliteit Nederlandse producten moet hebben.”
Beheer
WP Admin
Bewerk bericht