‘Al het onkruid dat je raakt, valt gelijk om’

“In de rassen Prudentia en Delias zitten nu kolen als pingpongballen, dus die naaien we deze week ook nog dicht. Daar start de oogst begin volgende week.”

De oogst van de rassen onder doek zal zo’n tweeënhalve week duren. Dan verwacht Beers even iets minder bloemkool te hebben. “Het verschil in groei tussen de gewassen die onder doek zaten en de onbedekte is wel groot. De strenge nachtvorst heeft zijn uitwerking gehad op de onbedekte plantingen. Die moeten nog wel wat gewas maken. Het doek heeft de bedekte plantingen goed beschermd. Die zijn door het warme weer daarna toch nog iets vroeger dan ik verwacht had.”

Het dichtnaaien van bloemkool. – Foto: Stan Verstegen

Wisselend in groeidagen

Beers plant momenteel wekelijks Aerospace en Guideline, binnenkort komt daar Clarina nog bij. “Voor de zomer kiezen we bewust voor wat meer Aerospace, omdat dit ras zich goed aan zijn groeidagen houdt. Dat biedt zekerheid voor onze aanvoer. Clarina is een prima ras, maar qua groeidagen kun je er niet altijd van op aan.”

Twee keer Weedfix

Het onkruid wordt bestreden met de Weedfix. “We rijden twee keer door het gewas, dat volstaat voor een goede onkruidbestrijding. Nee, ook vooraf voeren we geen chemische onkruidbestrijding uit. Dit jaar is het effect natuurlijk wel extra goed, want alles wat je raakt, valt ook gelijk om. Voor de gewassen zou het echter wel goed zijn als er een keer zo’n 20 millimeter neerslag zou vallen.”

Infiltratie- en bronwater

Zolang dat niet gebeurt, is Beers druk met beregenen. “We zijn aan de tweede ronde bezig. Alle gewassen die binnen een paar weken aan de oogst zijn, krijgen nu water. En kort na het planten geven we ook zo’n 15 millimeter, anders gaan ze niet aan de groei. Maar ik heb het liever zo, dan dat er veel te veel naar beneden komt.”

“We gebruiken voor de helft infiltratiewater – bij percelen langs dijken – en voor de helft bronwater. Die percelen liggen vaak vlakbij die van collega’s met pootaardappelen. Die kunnen alleen maar percelen kiezen waar ze met bronwater kunnen beregenen.”

Auteur: Stan Verstegen