Greenport West-Holland komt met een ruimtelijk-economische strategie 2050. Als programmadirecteur wil Jolanda Heistek meer doen dan geïnstitutionaliseerd overleggen en netwerken. Ook moet er beweging en versnelling komen, niet alleen binnen ‘haar’ regionaal tuinbouwcluster, maar ook met partijen daarbuiten.
“Alles wat tuinbouwondernemers zelf willen en kunnen doen, alleen of met de buurman of in een groep, dat moeten ze vooral zelf aanpakken. Maar wat buiten de keten, buiten het cluster gebeurt, daar zetten wij ons voor in. Want buiten de spanwijdte van ondernemers, daar is het algemeen clusterbelang van iedereen en dus tegelijk van niemand.”
Jolanda Heistek is sinds 2014 programmadirecteur van wat nu Greenport West-Holland heet. Ze zingt met verve de lof van de Greenports als netwerkorganisaties. Haar verantwoordelijkheid was en is om ervoor te zorgen dat het belang van het glastuinbouwcluster van teelt tot handel en techniek, met name die in Zuid-Holland, niet ondersneeuwt in de kakafonie van al die andere economische en sociale belangen die ook hun plaats claimen in de drukste provincie van Nederland.
52 partijen als partner
“Wij hebben nu 52 partijen in de Greenboard als partner. Gemeentes, onderwijs- en kennisinstellingen, bedrijven en brancheorganisaties. En in de programma’s en projecten werken we samen met honderden partijen van binnen en buiten de tuinbouw. Partijen die zonder dit netwerk niet goed zichtbaar zouden zijn voor elkaar”, zegt Heistek.
“Een recent voorbeeld: cybersecurity. Tuinders kennen bekende technische toeleveranciers uit de tuinbouw. Maar die zijn niet gespecialiseerd in cybersecurity. En de specifieke IT-bedrijven die dat wel zijn, die hebben weer geen idee van de tuinbouw als een cluster waar heel specifieke producten voor gemaakt kunnen worden. Door in gesprek te gaan met het cluster Security Delta, waar alle bedrijven die op dat terrein actief zijn bijeenkomen, konden we snel een grote stap zetten.”
Cyberweerbaarheidscentrum
Met twee clustermanagers bij elkaar kon vervolgens het betere netwerken beginnen en komt er nu een Cyberweerbaarheidscentrum, waar alle tuinders en handelsbedrijven met hun vragen terecht kunnen. Typisch iets wat voor iedereen belangrijk is, voor iedereen ook wel wat buiten de eigen spanwijdte en dus al gauw onderaan het prioriteitenlijstje.
“Maar als je gehackt wordt, dan zijn energie en afzet en arbeid en water ineens allemaal van secundair belang. Want dan staat álles stil. Dus daar hebben we budget voor geregeld. Daar blijken de ministeries van Justitie en Veiligheid en Economische Zaken een regeling voor te hebben, voor het opzetten van zogenaamde digital trustcenters. Het Cyberweerbaarheidscentrum, zoals wij het noemen, start in de regio Greenport West-Holland, maar het is uiteindelijk voor de hele Nederlandse tuinbouw.”
Wij hebben de power van de grote tuinbouwbedrijven
Want digitaal is typisch iets dat niet regionaal is. Waarom moest Greenport West-Holland dit doen?
“Waarom niet? Dat is het mooie van een krachtige netwerkorganisatie. Alles wat binnen het netwerk aangepakt kan worden en de moeite van het aanpakken waard is, dat laten we niet liggen. Wij zitten hier op een knooppunt van belangen, maar ook op de plek waar alles bij elkaar komt. Transport en logistiek komen hier bij elkaar, politiek gebeurt hier veel. En we hebben de power van de grote tuinbouwbedrijven, zowel in teelt als in techniek en in afzet. 60% van het glasareaal bevindt zich in ons gebied. Maar als je alles meetelt van de teeltbedrijven die hier hun hoofdkantoor hebben, maar ook nog kassen elders, dan is het zelfs 80%.”
Je voelt je vrij om het voortouw te nemen waar je dat nuttig lijkt.
“Zeker. Ik durf wel te zeggen dat Greenport West-Holland het meest actief is in wat zo mooi de triple helix heet: bedrijven, overheid en kennisinstellingen. Met al die partners en partijen in ons netwerk hebben wij ook heel veel praktische lijntjes. Dat is nog niet overal zo. De initiatiefnemers van GreenTechPort Brabant heb ik dat ook duidelijk gemaakt: gewoon klein beginnen en een voor een partners en partijen bij elkaar brengen. In een regio als Brabant is er veel aandacht voor landbouw- en veebedrijven, maar ik gun Brabant net zo’n actieve samenwerking voor het tuinbouwcluster als wij hier hebben. Een stille kracht achter grote veranderingen.”
Wat kan een regionale Greenport bijdragen aan een groot thema als energietransitie?
“Wij hebben een eigen Energieakkoord gesloten met vijftig partners, zeven tuinbouwgemeentes en de provincie. Maar vooral ook met de warmtecoöperaties en de aardwarmtebedrijven zoals Trias Westland. En partijen als Ocap, AgroEnergy en Westland Infra. Hoe kunnen we met bijvoorbeeld een groot project als WarmtelinQ, dat hier ook voor de tuinbouw wordt aangelegd, regionaal onze bijdrage leveren aan landelijke doelen. Wij kunnen hier in 2030 50% van het warmtegebruik uit duurzame bronnen halen.”
“En zo is dat ook gegaan met onze eigen Human Capital Agenda. Landelijke clubs als Glastuinbouw Nederland en GroentenFruit Huis en ook KasGroeit, onze buren hier in het HortiVersum, hebben hun eigen doelen en ambities. Wij hebben nu samen en met andere organisaties die doelen bij elkaar gezet en van streefcijfers voorzien: 3.250 medewerkers van werk naar werk begeleiden, 500 mensen vanuit de bijstand begeleiden naar werk, 500 ondernemers met scholing en cursussen zich verder laten ontwikkelen.”
Als je de kassen hier weghaalt, stort er van alles in elkaar
En het onderwijs in om de medewerkers van de toekomst het tuinbouwcluster in te trekken?
“Absoluut. En dan moet je dus niet alleen een goeie band hebben met de groene hbo’s en mbo’s. Mijn zoon doet de studie Mechatronica aan de Haagse Hogeschool. Maar hoeveel tuinbouw zit daarin? Hoe bewust is zo’n opleiding zich ervan dat in het tuinbouwcluster een heel apart veld van onderwijs en onderzoek en ontwikkeling is ontstaan?”
Maar dan breekt de gascrisis uit en steekt ineens een oud debat de kop op: waarom zouden wij hier gas in kassen gebruiken? Om te beginnen de bloemen kunnen wel worden afgeschakeld.
“Dan zijn wij er dus om aan te tonen dat als je de kassen hier weghaalt er van alles in elkaar stort, in de energiemix van bedrijven en huishoudens in heel Zuid-Holland, in de verslogistiek. Met ons netwerk kunnen we dat zichtbaar maken, zodat het maatschappelijke gesprek gevoerd wordt op basis van feiten.”
Maar ook voldoende naar het publiek en naar de politiek? Snappen die het belang, de voordelen én de noden van de glastuinbouw?
“De politiek hier in de provincie zeker. Maar het bredere publiek … Het is net als met onze eigen bredere achterban. Ik zei in het begin al: wat tuinders zelf kunnen doen, dat pakken ze zelf op. Daar hebben ze Greenport niet voor nodig. Die weten dus ook niet in detail wat de Greenports doen. Maar wat ik hoop, is dat ze in de bijna acht jaar dat wij nu aan de slag zijn de waarde van Greenports hebben gemerkt.”
In jullie ruimtelijk economische strategie 2050 heeft Greenport West-Holland het over icoonprojecten. Ook bedoeld om zichtbaarder te zijn? En wat voor projecten moet ik dan aan denken?
“Dat zijn projecten die onderlinge afhankelijkheden zichtbaar maken en onderlinge ambities aan elkaar knopen. Een waterstofhub zou zo’n project kunnen zijn. Die bouw je niet als tuinbouw alleen. Maar de tuinbouw is wel een niet te missen schakel voor het optimaal slagen van zo’n icoonproject.”
Gaat het er in een ruimtelijke strategie ook niet om heel simpel ruimte op de kaart te behouden?
“Een grote landkaart pakken en daarop tekenen, dat is oud planologisch denken. In de dialoogsessies die we erover hebben gehouden, vlak voor de zomer, ging het daar ook wel over hoor, hoe behoud je letterlijk fysiek je plek? En hoe verbeteren we de fysieke agrologistieke locaties en wegen? Maar het gaat veel verder. Het gaat over het op elkaar projecteren van al die verschillende opgaves, die bedrijven – niet alleen in de tuinbouw – hebben samen met overheden en burgers. Wonen, werken, goed leven, klimaat, energie, water, transport, digitalisering en data. Als je die samenhang ziet, ga je het begrijpen. Onze rol als Greenport is om behalve met elkaar te praten ook iets in beweging te zetten.”