De toelating van en toezicht op het gebruik van biologische gewasbeschermingsmiddelen rammelt aan alle kanten.
Rechtsgang heeft ons geleerd dat ook de opname van een bepaalde productnaam in de biologische inputlijst van Skal Biocontrole (Skal inputlijst) geen vrijwaring betekent van een NVWA-handhavingsactie. De Stichting keuring alternatieve landbouwproducten (Skal) vindt het oké als je door rood rijdt maar geeft niet thuis als je geflitst wordt.
De Skal certificeert biologische aanbieders en gebruikers en houdt onafhankelijk toezicht. De biologische inputlijsten hebben als intentie een transparant overzicht te bieden van inputs die gebruikt mogen worden in de biologische sector. Maar zachtjesaan ontstaat het beeld van een organisatie die de grip kwijtraakt.
Skal hanteert ruim begrip
De bio-certificeerder hanteert een ruim begrip om de opname van productnamen in de Skal inputlijst te rechtvaardigen. In plaats van micro-organismen met ‘bewezen’ ziektewerende eigenschappen (antagonisten) op te nemen in de geëigende categorie ‘Gewasbeschermingsmiddelen’ (deel 2), rubriceert de Skal bijvoorbeeld meerdere niet onder de Wgb’07 (via Ctgb) toegelaten antagonisten ‘onjuist’ in de categorie ‘Meststoffen’ (deel 1), terwijl er geen gedegen controles tegenover staan.
Jammer dat de biologische sector haar goede naam zo eenvoudig te grabbel gooit
Met zo’n ondoorzichtige classificatie van ziektewerende bacteriën, gisten en schimmels (veelal als onderdeel van microbiële mengsels) manifesteert de Skal zich in geen geval als de krachtige waakhond die ze moet zijn. Wel jammer dat de biologische sector haar goede naam zo eenvoudig te grabbel gooit.
Maar onze NVWA-handhavingsdienst houdt toch toezicht op de praktijken van ‘free riders’? Neen! Ondanks bezwaren uit het werkveld biologische gewasbescherming en de inmiddels vergaarde jurisprudentie als gevolg van doorlopen rechtsgang, zegt de dienst niet toe te komen aan het uitvoeren van taken op dit terrein. Het gevolg hiervan is dat het aanbieden, aanbevelen en gebruiken van niet onder de Wgb’07 toegelaten gewasbeschermingsmiddelen onbelemmerd voort kan duren, zonder dat de overheid (NVWA en haar broodheer LNV) acht slaat op het voorzorgsbeginsel: absolute veiligheid voor plant, dier, mens en milieu.
De Staat voor de rechter dagen
Omdat het niet te verkroppen is om als enige meermaals door de AID/NVWA te zijn aangepakt en omdat de dienst bovendien nalaat de Skal te wijzen op de ‘onjuiste’ classificatie van met name ziektewerende micro-organismen in hun biologische inputlijsten, wil ik de Staat dagen vanwege het niet vervolgen van de concurrentie. Bovendien heb ik inmiddels aanbieders (handelaren), aanbevelers (Skal en OVO-drieluik) en gebruikers (telers) bij de NVWA aangegeven vanwege een vermeende overtreding van de Wgb’07.
Je kunt geen overheidslichaam hebben dat zich op deze wijze gedraagt
Maar niemand in de ambtenarijwereld wenst de deur voor me open te doen. Daarom resteert ook volgens mijn advocaat slechts een gang naar de rechter. Sinds de eerste oneigenlijke AID-actie tegen mijn groothandel in juni 1998, heb ik nooit een uitnodiging gehad om bij te praten. Omdat ik sinds enkele jaren in Berlijn woon, vergelijk ik de onpersoonlijke bureaucratie van de Nederlandse ambtenarij met de Stasi, de voormalige Oost-Duitse veiligheidsdienst. Je kunt geen overheidslichaam hebben dat zich op deze wijze gedraagt.
Rumoer moet wel gedoseerd blijven en niet te luid zijn, wordt door belanghebbenden in het plantgezondheidsveld als tegenargument gebruikt, want “de consument moet wel vertrouwen houden”. Hiermee wordt echter het door onze regering beoogde voorzorgsbeginsel met voeten getreden. Zachte heelmeesters, maken stinkende wonden. Het lijkt alsof de overheid de recente fipronil-crisis alweer uit het oog is verloren.
Praktijk schreeuwt om duidelijke piketpaaltjes
De sector biologische gewasbescherming is een bloeiende business, waarin belanghebbenden het randje van het toelaatbare opzoeken en het niet zo nauw nemen met het vertellen van de waarheid, voor een zo hoog mogelijke opbrengst en kwaliteit van de geteelde gewassen. Dit toont weer eens aan dat de praktijk schreeuwt om duidelijke piketpaaltjes. Zonder een gedegen controle op het ‘onjuist’ rubriceren van biologische gewasbeschermingsmiddelen, waarvoor per definitie ‘juist’ een toelating onder de Wgb’07 verplicht is, betreft de Skal inputlijst immers een wassen neus!
Na veel soebatten heb ik kortgeleden eindelijk een geanonimiseerde ‘melding’ van de NVWA ontvangen dat mijn ‘klacht’ in behandeling zal worden genomen ‘afhankelijk van de resultaten en de uitkomsten van het onderzoek.’ Het is te gek voor woorden dat eerst na ‘dreigen’ met het dagen van de Nederlandse Staat, LNV plotseling wél wil weten wat er aan de hand is, terwijl de informatie over wat er op de markt is al vele jaren bij hen bekend is.