Europese lidstaten zijn op hoofdlijnen akkoord over nieuwe tijdelijke soepeler regels voor toelating van nieuwe biologische groenterassen.
Voor toelating van biologische rassen zijn de strikte toelatingseisen voor rassen vaak te hoog. In Europa wordt daarom gewerkt aan aanpassing van de eisen voor biologische rassen (derogatie), om zo de beschikbaarheid te vergroten en ontwikkelingen van eigenschappen. Daarmee verwacht de Europese Commissie de groei van de biologische productie in Europa te versnellen.
Uit het laatst openbaar gemaakte verslag van de Standing Committee of Seeds and Propatingmaterial blijkt dat alleen over kleine onderdelen nog discussie is. Dat gaat dan over bewoording van bijvoorbeeld uniformiteitseisen. De biologische rassen hebben – in tegenstelling tot uniforme hybride rassen – ingebouwde diversiteit, en zijn doorgaans ‘open pollinated’ (vrij bestoven en zaadvast).
Groot voordeel is dat deze biologische rassen juist door hun ingebouwde diversiteit beter bestand zijn tegen variatie in de teeltcondities en het klimaat. Deze zijn daarmee – in theorie – robuuster. Die variatie wordt in het huidige toelatingsonderzoek echter niet gewaardeerd, terwijl een groot deel van de teelt daar juist bewust voor kiest.
Voor de versoepeling wordt een experiment opgetuigd dat zeven jaar zal duren en waaraan Nederlandse partijen als de Raad voor Plantenrassen, het Louis Bolk Instituut en Naktuinbouw bijdragen.