De ban is gebroken. Alle apen beseffen dat door het doorbreken van de knellende angst om bananen in het hok te pakken en op te eten, er een nieuwe situatie is ontstaan.
Zij voelen zich bevrijd en ze worden zich ervan bewust dat ze weliswaar een groep vormen maar dat er geen leider is. Enkele apen beginnen om een leider te roepen. “Wij willen trots zijn op onze groep, wij willen trots kunnen zijn op een apenkoning”, brullen ze. Steeds meer apen sluiten zich aan en scanderen: “Wij willen een koning , wij willen een koning!”
Gino zit nog steeds op het platform en wil graag de baas worden. Door zijn bananenacties heeft hij toch laten zien dat hij daartoe ook de meest geschikte aap is? Hij is ervan overtuigd dat hij de ideale aap is om vernieuwingen aan te brengen en de apengroep naar meer welvaart en welzijn te leiden. Gino bedenkt zich geen moment en besluit een ‘leidersspeech’ uit te spreken.
Hij gaat staan, rekt zich uit om nog groter te ogen en begint met: “Beste apen en lieve apinnen! Dat jullie een koning willen, komt goed uit. Ik ben daarvoor beschikbaar. Zojuist hebben jullie gezien waartoe ik in staat ben. Voor het eerst sinds lange tijd hebben jullie weer bananen gegeten dankzij mijn optreden. Kijkend naar de toekomst kan ik garanderen dat jullie een goed leven zullen hebben. Ik…”. Verder komt Gino niet, want hij wordt onderbroken door Opposa, die naar boven roept: “Zeg kerel, jij komt pas net kijken. Je bent nog geen twaalf uur bij ons. We weten niet eens hoe je heet. Als ik je zo bekijk, lijk je me als minnaar meer geschikt dan als leider…”.
Met haar laatste zin krijgt Opposa de lachers op haar hand. Als de meute uitgelachen is, neemt Libo het woord. (wordt vervolgd)
In de praktijk blijkt het op weerstand te stuiten als er uit een groep collega’s één boven de anderen wordt gesteld. Ook als hij/zij een bijzondere prestatie heeft verricht en zeker als hij/zij nieuw is.