‘Veel volle en goed doorgekleurde trossen’

“De productie ligt meestal rond 1,6 kg/m² per week en soms op 1,8 kilo”, zegt Johan Noordermeer. Het gewas is goed door de hittegolfdagen gekomen. “Het gewas is open en generatief met voldoende kopdikte. Deze is door de warmte niet te dun geworden. Want met een te hoge gemiddelde etmaaltemperatuur is het oppassen dat de kop niet te dun wordt.” De troskracht heeft in die week (29) wel wat ingeleverd; de afbloei is even iets minder geweest.

Op 19 juli was de gemiddelde etmaaltemperatuur 27 graden Celsius. Noordermeer: “Dat hebben we nog nooit gezien. We sturen op een gemiddelde etmaaltemperatuur van 20 tot 20,5 graden. Maar als de buitentemperaturen hoog is, hebben we daar minder invloed op.” In de warme week 29 was de gemiddelde etmaaltemperatuur 21,8 graden.

Voorzorgsmaatregelen bij hittegolf

Bij een aankomende hittegolf neemt de tomatenteler een paar dagen van tevoren al voorzorgsmaatregelen. De tomaten krijgen in de avond een druppelbeurt om de kop voldoende vol te houden. “In een warme week halen we met indraaien ook geen blaadje uit de kop. Want dan maak je wonden, die voor vochtverlies zorgen, terwijl de vochtdruk al hoog is.”

Op de warme dagen zelf knijpt Noordermeer ’s avonds flink de luchtramen om het vocht binnen te houden. “Als de instraling afneemt en onder de 250 Watt is, gaat om 20.00 uur de luwezijde naar 20% en de windzijde naar 3%. Dan zien we dat het vochtgehalte snel terugkomt in de kas en de temperatuur in de kas niet verder oploopt. Door het knijpen van de luchtramen proberen we het vocht boven de 85% te krijgen. Op 19 juli was de RV in de kas op de dag 40-50% met een vochtdeficit van 20. Dat is vrij extreem. Om 22.00 uur was de RV 83%. Het vocht is terug in de kas.”

Minder grove tomaten

Het verschil in grofheid van de tomaten als gevolg van de stormschade is afgenomen. “Het klimaat is stabieler en het vruchtgewicht gelijker. Bij de nieuwe herinplant waren de eerste trossen grof, maar dat is nu ook niet meer. Op een enkele plek in de kas, waar maar één ruit is gesneuveld en we nog een kleine open plek hebben, zijn de vruchten nog wel iets grover.”

De tomatenteler ziet wel dat aan de rechterkant van de kas, waar het door de stormschade kouder is geweest, minder trossen worden geknipt. “In kilo’s lopen we nog steeds achter op vorig jaar. We missen iets, zelfs nu de planten volhangen met veel mooie trossen. We merken dat de planten niet helemaal fit zijn. Toch is het een goede keus geweest om na de stormschade door te gaan met de teelt. De tomatenplant kan blijkbaar toch veel hebben. Echter, om het zover te krijgen, hebben we wel behoorlijk wat moeten doen.”

Weinig ziekten en plagen

Met ziekten en plagen is het is rustig. Geen Phytophtora of Botrytis en daar is het ook het weer niet naar. “Af en toe zien we een witte vlieg, maar is in balans met Macrolophus. Daar doen we dus niets aan”, meldt Noordermeer. Rupsen zijn een keer met Altacor gespoten. Geen spint, geen galmijt en geen Tuta.

Door weinig ziekten en plagen ziet de teler geen reden om de teelt eerder te beëindigen. “We volgen het standaard teeltplan, waarin we eind september de planten koppen. Als we dan iets zien, wat niet goed is dan kunnen we alsnog een paar weken eerder stoppen.”

Bijna leeg waterbassin

Het waterbassin begint aardig leeg te raken. De regen, die steeds wordt verwacht, en de buitjes die vallen, zijn te weinig om het waterbassin te vullen. Sinds week 30 gaat er leidingwater bij. “We doen dat minimaal, vanwege het oplopend natriumgehalte. We zetten de kraan dicht zodra het weer kan. Het osmoseapparaat voor bronwater staat altijd al aan, maar kan het waterpeil in het bassin niet op niveau houden.”

In de vakantieperiode is de arbeidsbehoefte goed op te vangen. “De medewerkers gaan na elkaar op vakantie. Hierdoor hebben we genoeg handjes”, besluit de teler.

Auteur: Harry Stijger