‘Grovere en fijnere trostomaten’

“De productie komt nu goed los”, zegt Johan Noordermeer. De 4,8 hectare zijn op 4 januari met troscocktailtomaten (Brioso, RZ) geplant. De teelt in steenwol op goten is gestart met 1,9 stengels per vierkante meter. Bij de bloei van de tweede tros is een extra dief aangehouden, waardoor het aantal stengels is verdubbeld naar 3,8 stuks per vierkante meter.

Op 2 mei zijn 3.300 nieuwe tomatenplanten geplant in de verschillende vakken, die vanwege de schade door de drie opeenvolgende stormen in februari waren geruimd. In week 23 staat hiervan de zesde tros in bloei. De trossen worden op tien vruchten gesnoeid.

Per week worden 1,2 trossen aangemaakt. “Dat is wel een redelijk normale bloeisnelheid, maar bij veel licht door zonnig weer zien we liever dat wekelijks 1,3 trossen worden aangemaakt.”

Mooie vlakke trossen

In week 22 is 1,8 kilo per vierkante meter geoogst, in week 23 zal dat 1,6 kilo per vierkante meter zijn. Het gemiddeld vruchtgewicht is 42 tot 43 gram. Noordermeer: “Door de stormschade varieert de grofheid in de kas wel. Op en rond de plekken in de kas die met de storm open hebben gelegen, zijn de vruchten 45 tot 48 gram. Het gewas is daar schraler en door de korte bladeren komt er meer licht bij de vruchten, waardoor ze grover worden.” De vruchtkwaliteit is goed met mooie vlakke trossen.

Temperatuurinstellingen

In de ochtend van 7.30 tot 10.30 uur staat de kastemperatuur ingesteld op 18 graden. Daarna gaat de ingestelde temperatuur naar 21,5 graden met 2 graden lichtverhoging. “In de middag mag bij zonnig weer de temperatuur in de kas oplopen naar 25 tot 26 graden.

De dagtemperatuur wordt tot 20.00 uur doorgetrokken. Dan gaat de voornacht in met 14 graden. Om 24.00 uur gaat de nachttemperatuur van 16,5 graden in. “Op donkere dagen, als de lichtinstraling tegenvalt, is de gemiddelde etmaaltemperatuur 2 graden lager dan op zonnige dagen. Op dagen met veel licht is de gemiddelde etmaaltemperatuur 20 tot 20,5 graden.”

Watergeven voor drain

Tussen 8.00 en 19.00 uur krijgen de planten water. “We starten met vijf grote druppelbeurten van in totaal 375 cc om drain te krijgen. Na deze vijf beurten gaat het naar 250 cc. Midden op de dag hebben we 30 tot 35% drain en gemiddeld over heel de dag 20 tot 25%. Het watergeven passen we hierop aan. Bij minder drain gaan we sneller meer water geven.”

Ziekten en plagen

Met ziekten en plagen is het rustig. “De Macrolophus is nu volop aanwezig, maar het heeft langer geduurd vanwege de kou in de kas door de storm. Enkele weken geleden was de populatie niet voldoende om de witte vlieg aan te pakken. We hebben toen extra sluipwesp Encarsia uitgezet. Nu zien we geen witte vlieg meer.”

Noordermeer heeft nog geen Tuta gesignaleerd. “Rond deze tijd vorig jaar hadden we er enkele zitten en in de zomer op veel plekken. Met de aanwezigheid van Macrolophus en het ophangen van het verwarringsferomonen Isonet T een maand na de start van de teelt, hopen we dat we lang zonder Tuta zullen blijven.”

Enkele weken geleden, tegen de het begin van de eerste oogt, is een lichte aantasting van Botrytis geconstateerd. Door het meedruppelen van Luna is nu niets meer te zien. Ook speelt mooi droog weer een positieve rol.

Handjes lastig te vinden

Het grootste gedeelte van de medewerkers werkt al meerdere jaren bij de tomatenteler. Van de nieuwe mensen die dit jaar zijn gekomen, is het verloop groot. “Het gaat moeizaam om nieuwe mensen te krijgen. Het werk hebben we altijd klaargekregen, maar nu komen we in de tijd van de hoge productie. Dan hebben we meer handjes nodig, die lastig te vinden zijn.”

Auteur: Harry Stijger