In 4 weken telen zijn er behoorlijke verschillen geconstateerd bij de finaleronde van de Autonomous Greenhouse Challenge.
Op 2 mei zijn in de kasafdelingen van de WUR Glastuinbouw in Bleiswijk de krulslaplanten op water in goten gezet, voor de finaleronde van de derde Autonomous Greenhouse Challenge. Er is van start gegaan met 5 teams. In 4 weken autonoom telen zijn er al behoorlijke verschillen geconstateerd.
Temperatuurverschillen
Vanaf de start van de echte wedstrijd is er zowel op de dag als ook in de nacht goed zichtbaar dat de teams andere temperaturen handhaven of toelaten in hun afdelingen. “Op de dag kan dit tussen de afdelingen 10 graden Celsius verschillen en in de nacht ook wel 6 tot 7 graden” zegt Monique Bijlaard, onderzoeker bij WUR. “Doordat we meer zonlicht hebben in deze teeltperiode, zien we ook in de dagelijkse hoeveelheid mol aan PAR-licht grote verschillen. Deze verschillen komen door het wel of niet wegschermen van zonlicht en het wel of niet belichten in de donkere periodes.”
Vochtstrategieën
Verschillen in ventilatiestrategieën en vernevelingsinstellingen zorgen eveneens voor grote verschillen tussen de afdelingen. Op bepaalde korte momenten verschilt de RV op de dag meer dan 40% tussen afdelingen. “Deze verschillen zijn al snel in de gewassen te zien. We zien tip-burn ontstaan zowel op oudere bladeren als op het jonge blad in het hart van de kroppen.”
De telers zijn zeer geïnteresseerd in de mogelijkheden en zien kansen voor de toekomst in diverse teelten
Kropontwikkeling
Ook zijn de kropvormen sterk verschillend. Van sterk compacte kroppen met een (te) harde kern tot zeer losse en open kroppen met verschillende bladlengtes. “Soms zien we zelfs kropkernen die iets doorschieten, waardoor de krop een ovale vorm krijgt”, aldus de onderzoeker.
Kennissessie voor telers
Op een woensdagmorgen zijn een aantal groentetelers bij de kennissessie van Autonomous Greenhouse Challenge aanwezig geweest. Deze telersbijeenkomst is georganiseerd door Glastuinbouw Nederland in het kader van Kas als Energiebron.
Bijlaard: “De telers zijn zeer geïnteresseerd in de mogelijkheden en zien kansen voor de toekomst in diverse teelten. Ook zijn er duidelijk nog een heel aantal grijze gebieden en ook kennisgaten te vullen. Een ronde langs de afdelingen geeft op dit moment al meteen een goede indruk van de verschillen en de telers reageerden direct vanuit hun kennis. Bijvoorbeeld over het buitenklimaat en de scherm- en luchtingsstrategie die op dat moment zichtbaar is. Elke afdeling is anders en de telers hebben vanuit hun groene kennis duidelijke meningen bij alle strategieën.”